Art 14 Bvr Wet Verplichte GGZ/Wet Zorg en Dwang

Artikel 14 Bvr

Benodigde stukken / informatie

• Beschikking (de kennisgeving mondelinge uitspraak (KMU) is niet voldoende)
• Bij voortijdig beëindigde procedure zorgmachtiging: bericht van beëindiging van de Officier van Justitie
• Zie verder werkinstructie vaststellen Art. 28 Bvr

Vaststelbeleid

Algemeen

Bij Z020-toevoegingen verstrekt op of na 1 januari 2020 pas je voor de vaststelling de code aan. Welke vaststelcode van toepassing is bepaal je aan de hand van de verrichte werkzaamheden. De vergoeding is altijd een procedurevergoeding en de berekensoort is standaard S2. Hieronder wordt per vaststelcode een beschrijving gegeven.

Z023 Zorgmachtiging Wvggz zonder voorafgaande crisismaatregel (6 p)

Je stelt de vergoeding vast op vaststelcode Z023 als de zaak een (voorbereiding van de) zorgmachtiging Wvggz betreft, die niet aansluit op een eerdere (zorg)machtiging of op een (voortgezette) crisismaatregel.

Z022 Zorgmachtiging Wvggz na voorafgaande zorgmachtiging (5 p)

Je stelt de vergoeding vast op vaststelcode Z022 als de procedure een zorgmachtiging betreft die volgt op een eerder opgelegde (zorg)machtiging. Bijvoorbeeld:

• Het opnieuw opleggen van een zorgmachtiging Wvggz;
• Het verlengen van een zorgmachtiging Wvggz;
• Een zorgmachtiging Wvggz die volgt op een machtiging in het kader van de wet Bopz.

De machtigingen moeten op elkaar aansluiten.

Z021 Wzd en overige Wvggz (4 p)

Je stelt de vergoeding vast op vaststelcode Z021 voor:
1. alle overige procedures in het kader van de Wvggz;
2. alle procedures in het kader van de Wzd.

Voorbeelden hiervan zijn:

• (voorbereiding) zorgmachtiging Wvggz, waarbij voorafgaand een crisismaatregel is opgelegd;
• wijziging zorgmachtiging Wvggz;
• procedures rondom de crisismaatregel Wvggz;
• klachtprocedures;
• machtiging voortzetting inbewaringstelling Wzd;
• rechterlijke machtiging opname en verblijf Wzd.

Z020 Wet Verplichte GGZ/Wet Zorg en Dwang

Je stelt de vergoeding vast op code Z020 in zaken waarin de wet Bopz nog van toepassing is.

Het begrip ‘aansluitend’

Het begrip ‘aansluitend’ komt op verschillende plaatsen voor in de Wvggz en Wzd en is in deze wetten gebonden aan termijnen. Het komt voor dat deze termijnen niet worden gehaald en/of dat machtigingsperiodes niet exact op elkaar aansluiten. Voor het bepalen van de vaststelcode is dit niet relevant. De hoogte van de vergoeding is gedifferentieerd naar het soort procedure en de aard van de te verrichten werkzaamheden (pdf, 915 kB).

Je houdt daarom bijvoorbeeld geen rekening met:

• een te laat verzoek van de officier van justitie en/of een te late behandeling door de rechtbank;
• een geheel of gedeeltelijk tussentijds ontslag/beëindiging van verplichte zorg;
• het niet (volledig) uitvoeren van een eerder opgelegde machtiging.

Voorbeeld:
Rechtzoekende ontvangt verplichte zorg op basis van een zorgmachtiging. De officier van justitie wenst een aansluitende zorgmachtiging van 12 maanden aan te vragen, maar dient zijn verzoek 3 dagen buiten de wettelijke termijn in. De rechtbank besluit daarom om geen aansluitende zorgmachtiging voor 12 maanden af te geven, maar een nieuwe zorgmachtiging voor de maximale termijn van 6 maanden. De advocaat vraagt een vergoeding aan op basis van vaststelcode Z023. Je stelt echter de vergoeding vast op code Z022. Materieel gezien betreft dit een verlenging van een eerder afgegeven machtiging. Het doel van het verzoek van de officier van justitie is dat de reeds verleende zorgmachtiging gecontinueerd wordt. De inhoudelijke werkzaamheden van de advocaat zien op de situatie of verlenging op zijn plaats was. Dat de rechter het verzoek uiteindelijk als een nieuw verzoek behandelt, maakt dit niet anders.

Voor meer voorbeelden, zie de lijst met voorbeelden onderaan deze werkinstructie.

Beëindiging voor terechtzitting

Het beleid ‘beëindiging voor terechtzitting’ is van toepassing op alle vaststelcodes.

Cassatie (9/5 p)

Je stelt cassatiezaken als volgt vast:

• met middelen 9 punten;
• zonder middelen 5 punten.

Artikel 29 lid 4 Bvr (bereik) is van toepassing.

Vergoedingenarrangement in civiele cassatiezaken Wvggz en Wzd

Neemt de advocaat deel aan het Vergoedingenarrangement in civiele cassatiezaken Wvggz en Wzd, dan geldt mogelijk een andere vergoeding.

Zie voor de voorwaarden de werkinstructie Bijzondere Regelingen. Of de advocaat aan het arrangement deelneemt, kun je navragen bij de afdeling Registerbeheer.

LAT

Een LAT behoudt altijd code Z020.

Artikel 2.3 Wet forensische zorg (Wfz)

Op grond van artikel 2.3 Wfz kan de strafrechter in elke fase van het strafrechtelijk traject ambtshalve of na een verzoek van de Officier van Justitie een zorgmachtiging krachtens de Wvggz of een rechterlijke machtiging krachtens de Wzd afgeven. Hiervoor wordt een afzonderlijke ambtshalve toevoeging afgegeven. Declaraties toets je aan de hand van het bovenstaande beleid.

De samenhangregeling is niet van toepassing op de toevoeging voor de strafzaak en de toevoeging voor de machtiging, ook al zijn deze (nagenoeg) gelijktijdig op één zitting behandeld.

Extra urengrens

De forfaitaire grens is afhankelijk van de vaststelcode (art. 22 Bvr). De vaststelcode kan afwijken van de toevoegcode.

Forfaitaire grens:
Z020 = 2 x 4 = 8 uur
Z021 = 2 x 4 = 8 uur
Z022 = 2 x 5 = 10 uur
Z023 = 2 x 6 = 12 uur

Voor cassatiezaken (alle codes) geldt het beleid zoals vastgelegd in de werkinstructie Eerste aanvraag extra uren, paragraaf 7.8 ‘Extra uren in cassatie’.

Bij de aanvraag om extra uren moet de advocaat onder overlegging van stukken motiveren welke vaststelcode op de zaak van toepassing is.

Voorbeelden

Lijst met voorbeelden