Ga naar de inhoud
Direct naar
  • Mijn RvR
  • Kenniswijzer
  • Contact
  • Nieuws
  • English
  • Nieuwsbrief rvr.org
  • Werken bij de Raad
Raad voor Rechtsbijstand
Zoeken
Menu
  • Voor advocatenVoor advocaten

    • Algemene inschrijving bij de Raad
    • Ingeschreven en dan?
    • Over toevoegingen
    • Declaratie indienen
    • Nieuws
    • Formulieren voor advocaten
  • Voor mediatorsVoor mediators

    • Algemene inschrijving bij de Raad
    • Ingeschreven en dan?
    • Over toevoegingen
    • Declaratie indienen
    • Nieuws voor mediators
    • Formulieren voor mediators
  • KenniswijzerKenniswijzer

    • Actueel / Wijzigingen werkinstructies
    • Meer over de Kenniswijzer
    • Werkinstructies extra uren
    • Werkinstructies mediation
    • Werkinstructies toevoegen
    • Werkinstructies vaststellen
    • Wet- en regelgeving
    • Zoeken op Kenniswijzer
    • Zoeken op Kenniswijzer jurisprudentie
  • Mijn RvR
  • Kenniswijzer
  • Contact
  • Nieuws
  • English
  • Nieuwsbrief rvr.org
  • Werken bij de Raad
  1. Home ›
  2. Voor advocaten ›
  3. Ingeschreven en dan? ›
  4. Invoering scenario 1 rapport Commissie Van der Meer ›
  5. Veelgestelde vragen invoering scenario 1 rapport Van der Meer

Veelgestelde vragen invoering scenario 1 rapport Van der Meer


Algemene vragen (versie 17-01-2022)

Aan deze antwoorden kunnen geen rechten worden ontleend. De veelgestelde vragen worden met enige regelmaat aangepast en aangevuld.

Wat betekent de invoering van scenario 1 rapport Commissie Van der Meer in zijn algemeenheid?

De invoering van scenario 1 ziet op de doorvoering van de door de Commissie Van der Meer voorgestelde aanbevelingen. Per 1 januari 2022 worden alleen de aanbevelingen van de Commissie Van der Meer doorgevoerd die een verhoging van de vergoedingen (of geen wijziging daarvan) voor advocaten en mediators behelzen. Dit gebeurt met een (anticiperende) beleidsregel. De invoering van de overige aanbevelingen van de Commissie Van der Meer is beoogd voor 1 september 2022, als de hiervoor benodigde Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) voor de wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 (Bvr) en het Besluit toevoeging mediation (Btm) gereed is.

Wat wijzigt er per 1 januari 2022 door de (anticiperende) beleidsregel?

De wijzigingen betreffen met name een aanpassing van de puntenaantallen en reistijdvergoeding. Ook worden enkele toeslagen in het personen- en familierecht toegevoegd. Voor een groot deel van de rechtsgebieden/zaakcodes betekent dit een verhoging van het aantal forfaitaire punten.

Wat wijzigt er per 1 september 2022 als de AMvB wordt ingevoerd?

In scenario 1 van het rapport Van der Meer staat ook een aantal aanbevelingen die een verlaging van de vergoeding inhouden. Bijvoorbeeld verlaging van enkele forfaitaire puntenaantallen en het toepassen van de samenhangregeling op adviestoevoegingen. Deze worden van kracht met de wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand (Bvr) en het Besluit toevoeging mediation (Btm).

Op welke toevoegingen is de (anticiperende) beleidsregel van toepassing?

Voor toepassing van de (anticiperende) beleidsregel is de afgiftedatum van de toevoeging bepalend (dus níet de aanvraagdatum). Dit betekent dat op toevoegingen die op of na 1 januari 2022 zijn afgegeven de (anticiperende) beleidsregel van toepassing is.

Wat telt als afgiftedatum?

Zie werkinstructie Algemeen Toevoegbeleid op Kenniswijzer.

Geldt de (anticiperende) beleidsregel voor alle declaraties die vanaf 1 januari 2022 worden ingediend?

Nee, de afgiftedatum van de toevoeging is bepalend. Is de toevoeging afgegeven vóór 1 januari 2022, dan geldt het beleid van vóór 1 januari 2022 m.b.t. bijvoorbeeld het aantal forfaitaire punten, reistijdvergoeding en toeslagen.

Kan ik beter wachten met het aanvragen van een toevoeging tot 1 januari 2022?

Per 1 januari 2022 is de afgiftedatum van de toevoeging bepalend. Of u beter kunt wachten met het aanvragen van een toevoeging kunt u zelf beoordelen. Overweeg hierbij dat bij de afgifte van de toevoeging op of na 1 januari 2022 de punten vaker hoger zijn, het basisbedrag lager is, een ander peiljaar voor de rechtzoekende geldt en de toevoeging meetelt voor de maximumregeling in 2022. Wat u ook bij uw overweging mee kunt nemen is de 4-weken-termijn voor de declarabele werkzaamheden voorafgaand aan de ingangsdatum van de toevoeging.

Kan ik beter wachten met het declareren van een toevoeging tot 1 januari 2022?

Per 1 januari 2022 is de afgiftedatum van de toevoeging bepalend. Wachten met declareren maakt daarom voor de vergoeding niet uit.

Kan een al afgegeven toevoeging in 2021 nog worden ingetrokken om in 2022 voor hetzelfde geschil een nieuwe toevoeging aan te vragen zodat de (anticiperende) beleidsregel van toepassing is?

Nee, dit kan niet. Er is dan sprake van een herhaalde aanvraag. Een herhaalde aanvraag wordt alleen toegewezen als sprake is van nova.

Geldt na een mutatie van een toevoeging of vergoeding in 2022 van een vóór 1 januari 2022 verstrekte toevoeging de (anticiperende) beleidsregel?

Nee, de afgiftedatum van de toevoeging is bepalend voor de vraag of de (anticiperende) beleidsregel van toepassing is.

Het basisbedrag (art. 3 Bvr) van €113,85 excl. btw in 2021 wordt geïndexeerd per 1 januari 2022. Wat wordt het nieuwe basisbedrag?

Het basisbedrag wordt per 1 januari 2022 € 119,40 excl. btw. De beleidsregel van de Raad voor verstrekking tijdelijke aanvullende vergoedingen rechtsbijstand en verrichte mediation 2020 en 2021 (toeslag van € 10,88 per punt) vervalt per 1 januari 2022.

Voor de vaststelling van de vergoeding wordt het basisbedrag gehanteerd dat gold ten tijde van de afgifte van de toevoeging. Zie Tabel basisbedragen vanaf 2000 - rvr.org. Dus als op of na 1 januari 2022 een declaratie wordt ingediend voor een toevoeging die in 2021 is afgegeven, geldt het basisbedrag van € 113,85 excl. btw met daarbij de toeslag van € 10,88 per punt.

Waarop is de wijziging van de puntenaantallen gebaseerd?

De wijziging van de puntenaantallen is gebaseerd op het advies van de Commissie Van der Meer over de gemiddelde tijdsbesteding door rechtsbijstandverleners aan een zaak. Van der Meer heeft die gemiddelde tijdsbesteding voornamelijk berekend aan de hand van de tijdschrijfgegevens die de rechtsbijstandverlener bij declaratie aan de Raad heeft overgelegd.

Hoe kan het dat de puntentoekenning niet overeenkomt met de tijd die ik nu aan een zaak moet besteden?

Het advies van Van der Meer dateert uit 2017 en is gestoeld op tijdschrijfgegevens in de periode 2014-2016. Gezien het tijdverloop valt daarom niet uit te sluiten dat de nu bestede tijd niet meer in alle zaakcodes overeenkomt met de in 2014-2016 gemeten tijd.

Van welk puntenaantal en basisbedrag wordt uitgegaan als sprake is van samenhangende zaken waarbij de ene toevoeging is verleend in 2021 en de ander in 2022?

Uitgangspunt is dat de meest gunstige beslissing voor de belanghebbende wordt genomen. Bij samenhangende zaken wordt daarom de vergoeding vastgesteld op de toevoeging met het hoogste basisbedrag. Voor het vaststellen van het basisforfait wordt uitgegaan van de zaak met de meeste punten. Voorbeeld: Aan de toevoeging in 2021 is 6 punten toegekend en aan de toevoeging in 2022 8 punten. Er wordt uitgegaan van de zaak met de meeste punten, de toevoeging uit 2022, dus 8 punten. Voor het van toepassing zijnde basisbedrag wordt gekeken naar de toevoeging met het hoogste basisbedrag. Dat is de toevoeging die is verleend in 2021. Er wordt dus uitgegaan van het basisbedrag uit 2021.

De puntenaantallen per toevoeging worden gemiddeld hoger en advocaten zullen gemiddeld meer punten declareren. Heeft dat gevolgen voor de maximumregeling (250 toevoegingen) en de 2000 puntenregeling (art. 15 Wrb/art. 5 Inschrijvingsvoorwaarden)?

Nee, de maximumregeling en 2000 puntenregeling blijven vooralsnog ongewijzigd. De Raad overlegt in 2022 met de Nederlandse Orde van Advocaten en het ministerie van J en V over de vraag of de hogere vergoeding gevolgen heeft voor de (uitvoering van de) maximumregeling en de 2000 puntenregeling.

Waarom houdt de Raad zo strikt vast aan het advies van Van der Meer? Afwijking moet toch mogelijk zijn als duidelijk is dat het puntenadvies in een zaakcode inmiddels sterk afwijkt van de bestede tijd?

In overeenstemming met de opdracht van de Tweede Kamer is uitvoering gegeven aan het advies (scenario 1) Van der Meer. Afwijking van het advies en uitgaan van de actueel bestede tijd, was binnen die opdracht geen optie. Stel dat wel ruimte zou hebben bestaan voor aanpassing, dan was dat nog geen optie omdat geen recente, met Van der Meer vergelijkbare onderzoeksgegevens beschikbaar waren om de afwijking op te baseren.

Is de invoering van scenario 1 rapport Commissie Van der Meer ook van toepassing op het piket?

Nee, de maatregelen die worden geïmplementeerd naar aanleiding van de invoering van scenario 1 van de Commissie Van der Meer zien niet op piket.



Deel deze informatie
  • Delen op Whatsapp
  • Delen op LinkedIn
  • Delen op Twitter


Over de Raad voor Rechtsbijstand

Burgers moeten kunnen rekenen op passende ondersteuning en goede rechtsbijstand. Daar maakt de Raad voor Rechtsbijstand zich sterk voor via de organisatie en borging van gesubsidieerde mediation en rechtsbijstand, uitvoering van de Wet schuldsanering natuurlijke personen en de Wet beëdigde tolken en vertalers.

  • Meer over ons
  • Contact
  • Feedback geven over de site
  • Protocol Wet open overheid (Woo)
  • Toegankelijkheid
  • Privacy
  • Cookies
  • Proclaimer
  • Informatiebeveiliging

Volg ons op

Twitter
Youtube
LinkedIn