Overzicht wijzigingen in de Inschrijvingsvoorwaarden Advocatuur 2026
In deze lijst staat het volledige overzicht van de wijzigingen in de Inschrijvingsvoorwaarden Advocatuur 2026.
| Artikel | Wijziging |
|---|---|
| Artikel 2.2 Gebruik webportalen |
De Raad voor Rechtsbijstand vervangt in 2026 het webportaal Mijn RvR voor Mijn Wrb. De functionaliteiten voor advocaten in Mijn RvR komen dan beschikbaar in mijn Wrb. Ook digitaliseren we processen die nu nog niet in Mijn RvR beschikbaar zijn. Artikel 2.2 is hierop aangepast. Zie ook: Uitbreiding portaal ‘Mijn Wrb’ voor mediators vanaf november |
| Toelichting bij artikel 2.5 Rechtsbijstand door advocaat-stagiaires in toevoegingen van patroon | Bepaalde (meestal grote) advocatenkantoren gebruiken een praktijkbegeleider bij de (feitelijk) begeleiding van een stagiaire. Deze kantoren hebben de behoefte om advocaat-stagiaires op grond van dit artikel werkzaamheden te kunnen laten verrichten op de toevoegingen van hun praktijkbegeleider. Daarom hebben we in de toelichting bij dit artikel opgenomen dat met de patroon gelijk wordt gesteld de praktijkbegeleider zoals bedoeld in de toelichting bij artikel 3.5a van de Verordening op de Advocatuur. Een begeleiding door een praktijkbegeleider laat overigens onverlet dat de verantwoordelijkheid voor de begeleiding bij de patroon berust (zie artikel 9b, eerste lid, van de Advocatenwet). |
| Artikel 4.1 Maximum aantal toevoegingen; berekening van het maximum + toelichting |
De RvR verlaagt in 2026 het maximum aantal toevoegingseenheden per jaar van 250 naar 225. In samenhang hiermee wijzigen we ook de wegingsfactor. In dit artikel is het nieuwe maximum van 225 eenheden en de nieuwe wegingsfactor opgenomen. Verder hebben we de toelichting bij dit artikel aangepast. Zie ook: Veelgestelde vragen aanpassing maximum aantal toevoegingseenheden vanaf 1 januari 2026 |
| Artikel 5.3 Introductiebijeenkomsten + toelichting |
De Raad biedt regelmatig introductiebijeenkomsten van 2,5 uur aan waarin nieuw ingeschreven advocaten kennismaken met het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. Deze bijeenkomst geeft antwoord op vragen als: ‘wat doet de Raad’, ‘waar kan ik informatie vinden’, ‘hoe schrijf ik me in’, ‘hoe vraag ik een toevoeging of declaratie aan’, ‘wie is mijn relatiemanager’ en ‘waar kan ik terecht met mijn vragen’. Het is van belang dat advocaten die zich inschrijven in het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand beschikken over voldoende kennis van bovengenoemde onderwerpen. Met ingang van 2025 had de RvR daarom een sterke aanbeveling in de inschrijvingsvoorwaarden opgenomen dat nieuw bij de Raad ingeschreven advocaten deze bijeenkomsten volgen. Met ingang van 2026 wijzigen we deze aanbeveling naar een verplichting: bij de RvR nieuw ingeschreven advocaten volgen binnen een half jaar na inschrijvingsdatum een introductiebijeenkomst. |
| Artikel 5.5 derde lid Inschrijving voor een specialisatie; onder begeleiding van een andere voor de specialisatie ingeschreven advocaat behandelen van zaken + toelichting |
In de deskundigheidseisen voor de inschrijving voor diverse specialisaties in hoofdstuk 6 van de inschrijvingsvoorwaarden hebben we als voorwaarde voor inschrijving gesteld dat zaken onder begeleiding van een andere voor de specialisatie ingeschreven advocaat moeten zijn behandeld. In het derde lid van dit artikel en de toelichting hebben we de voorwaarden verduidelijkt die voor de inschrijving voor diverse specialisaties worden gesteld met betrekking tot het onder begeleiding van een voor de specialisatie ingeschreven advocaat behandelen van zaken. Hieronder verstaan we dat de advocaat die inschrijving verzoekt, al met een voor de specialisatie ingeschreven advocaat is meegegaan naar zittingen en cliëntgesprekken, met deze advocaat heeft overlegd over de zaak en de te voeren strategie, en kennis heeft genomen van de relevante processtukken. |
| Artikel 5.14 vierde lid Toetsing voorwaarden voor voortzetting van een specialisatie door de Raad |
In dit artikel bepaalde de RvR dat ze een advocaat niet steekproefsgewijs toetst als de advocaat lid is van een specialisatievereniging die van de Nederlandse orde van advocaten (NOvA) het keurmerk ‘specialisatievereniging’ heeft gekregen. De Commissie van der Meer II heeft in het rapport 'Veranderde Tijden' geconstateerd dat in de praktijk echter niet al deze specialisatieverenigingen met een dergelijk keurmerk aan de hand van bewijsstukken toetsen of hun leden blijvend voldoen aan de gestelde eisen. De commissie heeft om die reden de RvR en de NOvA aanbevolen om op dit punt een solide systeem van controle op naleving en sanctionering van niet-naleving van de inschrijvingsvoorwaarden in te richten en te onderhouden. Naar aanleiding van dit advies hebben we dit artikel aangepast en aangescherpt. In het artikel is nu opgenomen dat de RvR kan besluiten om de gestelde eisen voor het onderhouden van de deskundigheid (aantallen opleidingspunten en zaken) bij de betreffende advocaat niet steekproefsgewijs te toetsen op het rechtsgebied waarop de specialisatievereniging actief is, als de advocaat lid is van een specialisatievereniging die:
|
| Artikel 6.3 Deskundigheidseisen voor de inschrijving voor de strafpiketplanning |
Het vierde lid van dit artikel ging over de evenementenstrafpiketplanning. Deze planning bestaat inmiddels niet meer en daarom is dit artikel komen te vervallen. |
| Artikel 6.7 Deskundigheidseisen voor de inschrijving voor de specialisatie jeugdstrafrecht |
We hebben de deskundigheidseisen voor inschrijving voor de specialisatie jeugdstrafrecht op twee punten aangepast:
Deze wijziging hangt samen met de wijzigingen in de specialisatie civiel jeugdrecht. Zie: Wijziging deskundigheidseisen civiel jeugdrecht vanaf 2026 |
| Toelichting bij artikel 6.14 Deskundigheidseisen voor de voortzetting van de inschrijving voor de specialisatie psychiatrisch patiëntenrecht en de psychiatrisch patiënten piketplanning |
In dit artikel hebben we als eis voor voortzetting van de inschrijving onder meer opgenomen dat de advocaat actief deel moet nemen aan werkgroepbijeenkomsten van de landelijke werkgroep van de specialisatievereniging Vereniging van Psychiatrisch Patiëntenrecht Advocaten Nederland (vPan) of aan regionale werkgroepen over het psychiatrische patiëntenrecht. De Commissie van der Meer II heeft in haar rapport (aanbeveling 26) de RvR aanbevolen om te verduidelijken wat ze onder een dergelijke deelname verstaat. Daarom hebben wede toelichting bij artikel 6.14 aangepast. Het moet bij deelname aan de werkgroepbijeenkomsten van een regionale werkgroep of van de vPan gaan om bijeenkomsten ter bevordering van de kwaliteit van de beroepsuitoefening door advocaten werkzaam op het gebied van de rechtsbijstand aan psychiatrische patiënten die voldoen aan het gestelde in artikel 4.4, vijfde lid onder a Verordening op de advocatuur. Als er sprake is van intervisiebijeenkomsten, moeten deze voldoen aan de vereisten genoemd in artikel 13a, eerste lid Regeling op de Advocatuur. Een intervisiebegeleider moet de intervisiebijeenkomsten leiden. Deze intervisiebegeleider is aangewezen als deskundige als bedoeld in artikel 26, eerste lid, van de Advocatenwet en voldoet aan de eisen gesteld in artikel 13c, eerste lid Regeling op de Advocatuur. |
| Artikel 6.32 vierde lid Deskundigheidseisen voor de inschrijving voor de specialisatie personen- en familierecht + toelichting |
In het derde lid van dit artikel hebben we aangegeven dat de voorwaardelijk ingeschreven advocaat 10 zaken op het terrein van het personen- en familierecht per jaar onder begeleiding van een al voor de specialisatie personen- en familierecht ingeschreven advocaat moet behandelen. In dit artikel hebben we in een nieuw vierde lid nader toegelicht wat we ten minste verstaan onder deze begeleiding. De voorwaardelijk ingeschreven advocaat moet ten minste periodiek gesprekken hebben gevoerd met de begeleidende advocaat over de zaak en de te voeren strategie. |
| Artikel 6.42 Deskundigheidseisen voor de inschrijving voor de specialisatie arbeidsrecht |
Een advocaat die zich in wil schrijven voor de specialisatie arbeidsrecht moet onder meer vijf arbeidsrechtzaken onder begeleiding van een al voor de specialisatie arbeidsrecht ingeschreven advocaat hebben behandeld. De Commissie van der Meer II heeft in haar rapport (aanbeveling 26) de RvR aanbevolen om deze eis aan te scherpen door het aantal arbeidsrechtzaken te koppelen aan actieve rechtsbijstand in arbeidsrechtelijke procedures op tegenspraak. In de praktijk wordt slechts in circa 20% van de arbeidsrechtzaken op basis van een toevoeging een procedure gevoerd. Circa 80% van deze zaken hebben betrekking op advieszaken of eindigen in een schikking. De RvR heeft daarom in dit artikel opgenomen dat van de 5 zaken ten minste één zaak betrekking moet hebben op een procedure. Dit omdat in het arbeidsrecht relatief weinig wordt geprocedeerd en ook enige ervaring met een procedure van belang is voor de inschrijving voor deze specialisatie. Onder een procedure verstaan we in dit artikel dat in ieder geval één zitting heeft plaatsgevonden die de advocaat die zich wil inschrijven heeft bijgewoond. |