Ga naar de inhoud
Direct naar
  • Mijn RvR
  • Kenniswijzer
  • Contact
  • Nieuws
  • English
  • Best Practices Leidraad voor asieladvocaten
Raad voor Rechtsbijstand (naar homepage)
Kenniswijzer
  • Voor advocaten
    • Algemene inschrijving bij de Raad
    • Ingeschreven en dan?
    • Over toevoegingen
    • Declaratie indienen
    • Nieuws
    • Formulieren voor advocaten
    • Direct regelen
  • Voor mediators
    • Algemene inschrijving bij de Raad
    • Ingeschreven en dan?
    • Over toevoegingen
    • Declaratie indienen
    • Nieuws voor mediators
    • Formulieren voor mediators
    • Wrb-portaal voor mediators  met eHerkenning
  • Voor burgers
  • Kenniswijzer
    • Wijzigingen werkinstructies
    • Meer over de Kenniswijzer
    • Werkinstructies extra uren
    • Werkinstructies mediation
    • Werkinstructies toevoegen
    • Werkinstructies vaststellen
    • Wet- en regelgeving
    • Zoeken op Kenniswijzer
    • Zoeken op Kenniswijzer jurisprudentie
  • Mijn RvR
  • Kenniswijzer
  • Contact
  • Nieuws
  • English
  • Best Practices Leidraad voor asieladvocaten
  1. Home ›
  2. Kenniswijzer ›
  3. Zoeken op Kenniswijzer ›
  4. Resultaatbeoordeling

Resultaatbeoordeling

Werkinstructie
Alle rechtsterreinen

Benodigde stukken / informatie

Geldt ook voor High Trust:

  • aanvraag beoordeling resultaat (declaratieformulier/ beëindigingsbericht/ brief);
  • stukken waaruit de financiële afwikkeling/verdeling van de zaak blijkt, zoals een vonnis, uitspraak, een beslissing op het bezwaarschrift, een convenant of correspondentie;
  • personen- en familiezaken: formulier ‘Resultaatbeoordeling familiezaken (pdf, 383 kB)’;
  • overige zaken / (gekapitaliseerd) vermogen: ‘Resultaatbeoordeling overige zaken (pdf, 413 kB)’.

Verhaal kosten rechtsbijstand op derde

Verhaal van de kosten van rechtsbijstand op derden gaat vóór op de resultaatbeoordeling. Zie werkinstructie artikel 32 Bvr. Dit geldt voor alle toevoegingen.

Toevoegbeleid

Algemeen

Deze werkinstructie geldt voor toevoegingen met een aanvraagdatum op of na 1 april 2006. Voorwaardelijke toevoegingen van voor 1 april 2006 beoordeel je aan de hand van art. 31 Wrb, zie Handboek Toevoegen uitgave 1999 paragraaf 2.31.

In civiele en bestuursrechtelijke zaken beoordeel je na de indiening van de declaratie of de rechtzoekende op basis van het financiële resultaat van de zaak waarvoor de toevoeging werd verleend alsnog in staat moet worden geacht de kosten van rechtsbijstand zelf te dragen. Getoetst wordt of de rechtzoekende een geldsom of een vordering op een geldsom ontvangt ten hoogte van tenminste 50% van het geldende drempelbedrag. Van de advocaat mag worden verwacht dat hij het eindbesluit op de resultaatbeoordeling afwacht voordat hij bij rechtzoekende zijn normale tarief in rekening brengt. Zie de uitspraak van het Hof van Discipline.

Bij behaald resultaat moet bij declaratie het formulier Resultaatbeoordeling worden meegestuurd. Het formulier moet altijd worden meegestuurd bij Personen- en Familierechtzaken waarbij resultaat behaald kan worden (bijvoorbeeld echtscheiding, boedelscheiding, alimentatie, enz. en mediation in deze zaken).

Toepassing resultaatbeoordeling

Uitgangspunt is dat alle toevoegingen resultaatgebonden zijn, met uitzondering van:

  • toevoegingen met zaakcode S of Z;
  • toevoegingen voor een uitkering bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven, ongeacht of de uitkering is aangevraagd ten behoeve van het slachtoffer of van zijn of haar nabestaanden. Hiermee worden gelijkgesteld de civiele vorderingen tot schadevergoeding (rechtscategorie O013), waarbij het slachtoffer of diens nabestaande een uitkering zou kunnen krijgen uit het schadefonds;
  • toevoegingen voor asiel- en vreemdelingenzaken, waaronder klachtzaken bij het EHRM;
  • de lichte adviestoevoeging (LAT), tenzij de LAT is gemuteerd in een reguliere toevoeging, dan toets je wel het resultaat;
  • verzoening bij echtscheiding/ verbreking samenwoning.

Mediationtoevoeging naast rechtsbijstandtoevoeging

Voor de echtscheiding kan naast de reguliere toevoeging ook een mediationtoevoeging zijn verstrekt. Heeft de mediation mede tot het resultaat geleid, dan beoordeel je beide toevoegingen op behaald resultaat.

Voorbeeld. Je beoordeelt het resultaat wanneer de mediationtoevoeging is gebruikt om de echtscheiding op te lossen inclusief de boedelverdeling. Dit kan blijken uit een convenant.

Gaat de mediation alleen over de omgangsregeling, dan draagt mediation niet bij aan het financieel resultaat van de echtscheiding en valt de mediationtoevoeging buiten de resultaatbeoordeling.

Intrekking op verzoek rechtzoekende

Zie werkinstructie beëindiging/ intrekking toevoeging.

Zaak geëindigd

De rechtsbijstand moet zijn beëindigd voordat de toevoeging voor resultaatbeoordeling wordt aangeboden aan de Raad (art. 28 Bvr).

Verzoeken om tussentijdse beoordeling van het resultaat wijs je af, met de volgende tekst: ‘U heeft een verzoek om resultaatbeoordeling ingediend. De Raad wijst uw verzoek af, omdat de rechtsbijstand in deze zaak nog niet is geëindigd. (art. 34g Wrb)’.

Een civiel-/ bestuursrechtelijke zaak is in beginsel beëindigd als:

  • er een schikking is bereikt of;
  • er in laatste instantie definitief uitspraak is gedaan.

Zijn echter na de schikking of uitspraak nog werkzaamheden door de advocaat verricht voor het rechtsbelang waarvoor de toevoeging is verleend, dan omvat de resultaatsbeoordeling ook deze werkzaamheden. Er is dan namelijk een directe relatie tussen de verleende rechtsbijstand en de opbrengst (zie ook onder Berekening resultaat, Algemeen).

Meerdere toevoegingen

Zijn er meerdere toevoegingen verstrekt voor hetzelfde rechtsbelang (bijvoorbeeld bezwaar/ beroep/ hoger beroep/ kort geding) dan beoordeel je het totale financiële resultaat in de zaak op alle toevoegingen waarbij een directe relatie is tussen de uitkomst van de zaak en de verleende rechtsbijstand. Zie voorbeeld 7, Meerdere toevoegingen.

De uitkomst van het hoger beroep of cassatie hoeft niet te worden afgewacht als het resultaat in hoger beroep of cassatie niet ter discussie staat. In die gevallen staat het resultaat vast, zodat de resultaatbeoordeling rust op de toevoeging voor de eerdere instantie.

Voorbeeld: wordt bij een echtscheiding in hoger beroep alleen over de omgang geprocedeerd, dan pas je de resultaatbeoordeling toe op de toevoeging voor de eerste aanleg. De boedelscheiding staat dan niet meer ter discussie.

Wordt het hoger beroep of cassatie niet doorgezet, dan beoordeel je het resultaat van de toevoeging verstrekt voor de voorgaande aanleg.

Is er voor het hoger beroep of cassatie een toevoeging verstrekt dan kan de toevoeging voor de voorgaande aanleg pas drie maanden na instellen van het hoger beroep of cassatie ter declaratie kan worden aangeboden. Binnen deze termijn moet duidelijk zijn of het ingestelde hoger beroep of cassatie daadwerkelijk wordt doorgezet.

Overname op betalende basis

Het kan voorkomen dat de toevoeging voor het einde van de zaak wordt overgenomen door een advocaat op betalende basis.  Ook dan beoordeel je of sprake is van mogelijk resultaat. Je trekt de toevoeging in als de rechtzoekende niet aannemelijk kan maken dat het te ontvangen bedrag lager zal zijn dan 50% van het drempelbedrag.

Als er onduidelijkheid is over het mogelijke resultaat, dan stel je de resultaatbeoordeling uit en je maakt een aantekening in het dossier.
De toegevoegde advocaat heeft de mogelijkheid om de toevoeging te declareren.
Na 6 maanden controleer je het adres in GBA-V en vraag je bij de cliënt gegevens op over de stand van zaken. Als je een reactie krijgt waaruit blijkt dat de zaak nog loopt en nog niet bekend is wat het resultaat zal worden, stel je opnieuw de resultaatbeoordeling uit en maak je een aantekening hiervan in het dossier. De medewerker FKC vermeldt het kenmerk van de toevoeging in deze gevallen in het daarvoor bedoelde bestand.

Als je geen reactie krijgt, maak je een voorgenomen intrekking. Het is dan immers niet aannemelijk gemaakt dat er geen sprake is van resultaat.
Je informeert niet bij de advocaat die de zaak al langere tijd niet meer behandelt, naar de stand van zaken.

Berekening resultaat

Algemeen

  1. Er moet een directe relatie zijn tussen de verleende rechtsbijstand en de opbrengst. Je houdt geen rekening met ander vermogen, positief of negatief.
  2. En er moet sprake zijn van een geldsom of een vordering met betrekking tot een geldsom.

Het resultaat is onafhankelijk van oorsprong, rechtstitel of bestemming van de opbrengst. Als resultaat van de zaak telt onder meer mee:

  • achterstallig loon;
  • een loondervinguitkering  (zie voorbeeld 5.2);
  • de ontslagvergoeding (bijv. ontbindings-/ transitie-/billijke vergoeding/afkoopsom) (zie voorbeeld 5.1);
  • schadevergoeding/smartengeld;
  • ontvangen dwangsom (zie voorbeeld 6.1 en 6.2);
  • bij echtscheiding: vordering op een geldsom en een betaling/vordering wegens overbedeling (zie voorbeeld 2.2);
  • bij echtscheiding: opbrengst van de verkoop van de woning, ook als de woning al tijdens de echtscheidingsprocedure is verkocht;
  • bij echtscheiding: spaartegoeden van de minderjarige kinderen, die zijn opgenomen in de afspraken (het convenant) of de beschikking. Omdat de ouders over die tegoeden kunnen beschikken (tenzij sprake is van een niet zelf opgelegde beperking op het vermogen, bijvoorbeeld een Belegging Erfenis en andere gelden Minderjarigen, de zgn. BEM-clausule);
  • bij echtscheiding: vermogensbestanddelen die volgen uit (de huwelijkse voorwaarden en die zijn opgenomen in) het ondertekende convenant of de beschikking.

Roerende en onroerende zaken die de rechtzoekende ontvangt tellen niet mee voor de resultaatbeoordeling. Bijvoorbeeld: auto, caravan, meubels, sieraden, antiek, woning, grond, pand, etc.

Medewerking verkoop woning

Vervangende toestemming en/of medewerking aan de verkoop van de woning heeft een directe relatie met het financieel resultaat in de hoofdzaak. Het resultaat in deze zaken is doorgaans dat de wederpartij verplicht wordt tot medewerking aan de verkoop van de woning. Zie voorbeeld 7.5.

Verkoop woning niet verplicht

Partijen kunnen besluiten dat de eigen woning niet wordt verkocht en afspreken hoe de eventuele opbrengst van deze woning bij toekomstige verkoop wordt verdeeld. In dat geval is geen sprake van een vordering op een geldsom.

Koopsom-, spaar- en lijfrentepolissen, stamrecht BV

Een te verdelen koopsom-, spaar- en lijfrentepolis of stamrecht BV wordt gezien als een pre-overeenkomst. Deze laat je bij de beoordeling van het behaalde resultaat buiten beschouwing. Voorwaarde is wel dat deze polis of stamrecht BV al bestond bij aanvang van de zaak waarvoor de toevoeging is verleend. Het stamrecht mag niet worden afgekocht. Is de polis afgekocht, dan tellen de liquide middelen wél mee voor het resultaat.

Polis verbonden aan de hypotheek

De koopsom-, spaar- of lijfrentepolis die is verbonden aan de hypotheek is een bijzondere vorm van polis. Deze betrek je wél bij de beoordeling van het resultaat van de procedure, omdat deze van invloed is op de hoogte van de hypotheeksom. Als er bijvoorbeeld een hypotheek is van € 250.000 waaraan een polis is verbonden ter waarde van € 75.000, dan is de werkelijke hoogte van de hypotheeksom: € 250.000 -/- € 75.000 = € 175.000. (zie voorbeeld 3.1)

Bepalen hoogte geldsom

Bij het bepalen van de hoogte van de geldsom houd je rekening met het netto bedrag dat wordt uitgekeerd, bijvoorbeeld brutoloon minus loonheffing en premies e.d.

Periodieke betalingen van bijvoorbeeld loon, uitkering of alimentatie die met terugwerkende kracht in één keer worden uitbetaald of de vordering daarop, neem je in zijn geheel mee bij de berekening van het resultaat.
Aanspraken op toekomstige periodiek te ontvangen bedragen (loon, uitkering, alimentatie) worden niet gekapitaliseerd en niet in aanmerking genomen.

Verrekenen met behaald resultaat

Moet rechtzoekende als gevolg van het behaalde resultaat loon- en/of inkomstenvervangende uitkeringen terugbetalen, dan breng je deze bedragen in mindering op het resultaat. Voorwaarde is wel dat deze uitkeringen betrekking hebben op de periode waarin rechtsbijstand op basis van de toevoeging is verleend en de terugbetaling is aangetoond. Terugbetaling van een onderhandse lening, bijvoorbeeld van familie, valt hier niet onder.

Kosten van een deskundige gemaakt om het resultaat te behalen, verreken je met het resultaat. Staan deze kosten niet in het vonnis, uitspraak of convenant, dan moet de rechtzoekende aantonen dat deze kosten daadwerkelijk zijn betaald. Met een deskundige wordt hier niet bedoeld: een advocaat of mediator, maar bijvoorbeeld een arts in een letselschadezaak.

Schatting overwaarde woning

Als partijen zich verplicht hebben hun woning te (gaan) verkopen, maar deze is op moment van beoordeling van het resultaat nog niet verkocht, dan schat je de hoogte van de vordering met 'Vraagprijs -/- hypotheekschuld + overig resultaat'. Je houdt zoveel mogelijk rekening met de huidige woningmarkt. Is de vraagprijs (of de actuele taxatie) nog niet bekend dan is de WOZ-waarde is hiervoor een goede indicatie.

Schulden

Je verrekent aflossing van huwelijkse schulden met de aan rechtzoekende toevallende opbrengsten. De verplichting tot aflossing moet blijken uit het echtscheidingsconvenant of de rechterlijke uitspraak (zie ook voorbeeld 1.5 onderwaarde woning).

Bepalen drempelbedrag

Voor de berekening van het drempelbedrag is de gezinssituatie van belang. Je neemt aan dat de leef- en gezinssituatie ongewijzigd is ten opzichte van de situatie bij de aanvraag van de toevoeging. Blijkt uit de declaratie dat de gezinssituatie is gewijzigd dan houd je rekening met de nieuwe situatie.

Je gaat uit van het ministerieel bepaalde drempelbedrag in het kalenderjaar waarin de zaak is beëindigd. Dit vind je op onze website .

Beoordeling resultaat

Resultaat minder dan 50%

Als het resultaat van de zaak minder dan 50% van het drempelbedrag bedraagt, dan laat je de toevoeging in stand. Je legt de beoordeling vast in een telefoonnotitie en je stelt de vergoeding vast.

Resultaat 50% of meer

Als het resultaat van de zaak ten minste 50% van het drempelbedrag bedraagt, dan wijs je het verzoek om vergoeding af met tekstcode 554 of stel je de vergoeding vast als de advocaat daar nadrukkelijk om vraagt. Ook verzend je een voornemen tot intrekking (VIR). Je gebruikt hiervoor tekstcode 273 en vult daarbij de gegevens van de zaak aan.

Onvoldoende gegevens

Heb je onvoldoende gegevens om de omvang van het resultaat te bepalen dan beoordeel je als volgt:

  • Is het niet aannemelijk dat het resultaat tenminste 50% van het  drempelbedrag bedraagt, dan laat je de toevoeging in stand.  Je legt de beoordeling vast in een telefoonnotitie en je stelt de vergoeding vast.
  • Is het wel aannemelijk dat het resultaat tenminste 50% van het drempelbedrag bedraagt, dan maak je de aanvraag onvolledig en vraag je de benodigde stukken op bij de advocaat.

Uitgesteld resultaat

Het is mogelijk dat het resultaat nog niet definitief is. Denk aan echtscheiding c.q. boedelscheiding en de woning is nog niet verkocht. Je beoordeelt als volgt:

  • Is niet aannemelijk dat het te ontvangen bedrag lager is dan 50% van het drempelbedrag, dan trek je de toevoeging in. Bijvoorbeeld in het geval dat er een overwaarde is van € 100.000. Het is dan niet aannemelijk dat met een eventuele prijsdaling van de woning het resultaat minder zal zijn dan 50% van het drempelbedrag.
  • Is het aannemelijk dat het te ontvangen bedrag op de grens ligt van 50% van het drempelbedrag? Je stuurt een brief aan rechtzoekende en de advocaat dat het besluit wordt uitgesteld in afwachting van bericht van rechtzoekende over financiële uitkomst van de verkoop van de woning.

Reageert rechtzoekende niet, dan schrijf je na 12 maanden rechtzoekende aan met een VIR-besluit.

Geeft de rechtzoekende aan dat de woning nog niet is verkocht, dan beoordeel je of sprake is van een zwaarwegende omstandigheid om van intrekking af te zien.
Bij geen of onvoldoende reactie volgt intrekking van de toevoeging.
Is nog geen vergoeding vastgesteld dan neem je een INR-besluit met tekstcode 274. Is de vergoeding wel vastgesteld dan neem je een INR-besluit met tekstcode 275.

Zwaarwegende omstandigheden

Binnen de Wet op de rechtsbijstand kan rekening worden gehouden met zwaarwegende omstandigheden (art. 34g Wrb). Er kan sprake zijn van zwaarwegende omstandigheden wanneer een vordering of geldsom:

  • Oninbaar is. Bijvoorbeeld bij faillissement van de tegenpartij, conservatoir derdenbeslag op het resultaat van de zaak, of de tegenpartij is met ‘de Noorderzon’ vertrokken;
  • Gedeeltelijk oninbaar is, als het resultaat niet binnen afzienbare termijn beschikbaar komt.

Je toetst dit aan de hand van stukken, bijvoorbeeld faillissementsvonnis of correspondentie van de deurwaarder.

Ook als de kosten van rechtsbijstand hoger zijn dan het behaald resultaat  kan sprake zijn van een zwaarwegende omstandigheid. Je neemt contact op met de advocaat en rechtzoekende voor overleg.

Niet binnen afzienbare termijn beschikbaar

Je trekt de toevoeging niet wegens resultaat in als de vordering buiten toedoen van de rechtzoekende niet verhaalbaar blijkt. Hierbij is van belang dat de rechtzoekende niet feitelijk over het bedrag kan beschikken. Dit in tegenstelling tot een woning die al langere tijd te koop staat. Het feit de woning nog niet verkocht is, wil niet zeggen dat de vordering niet verhaalbaar is.

Bij een langdurig incassotraject, waardoor de inning van het resultaat niet realistisch is, kan sprake zijn van zwaarwegende omstandigheden in de zin van artikel 34g Wrb.

Je neemt aan dat er sprake is van een langdurig incassotraject als het, door de betalingsonmacht van de schuldenaar (debiteur), meer dan vijf jaar duurt voordat het verschuldigde bedrag is afgelost. Denk hierbij aan de mogelijkheid dat de debiteur van rechtzoekende in een schuldsaneringsregeling terechtkomt.

Er is geen sprake van zwaarwegende omstandigheden als het gedeelte dat wel wordt afgelost hoger is dan 50% van het voor rechtzoekende geldende  drempelbedrag. Je stuurt dan een voornemen tot intrekking.

Voornemen tot intrekking

Het voornemen tot intrekking van de toevoeging wordt verstuurd naar de rechtzoekende en een kopie naar de rechtsbijstandverlener. De termijn waarbinnen op het voornemen gereageerd moet worden is twee weken.

Annuleren voornemen

Je trekt de toevoeging niet in als de reactie van de rechtzoekende daartoe aanleiding geeft. Bijvoorbeeld als sprake is van zwaarwegende omstandigheden. De rechtzoekende moet deze aannemelijk maken. 
Je annuleert de voorgenomen intrekking door een NIR-besluit te nemen. De eerder onder voorbehoud afgewezen vergoeding stel je alsnog vast.

Intrekking van de toevoeging

Na bekendmaking van het voornemen trek je de toevoeging in als:

  • geen reactie op het voornemen is ontvangen;
  • je geen rekening kunt houden met de door rechtzoekende aangevoerde zwaarwegende omstandigheden.

Je trekt de toevoeging in door een INR-besluit te nemen. Daarna start je zo nodig het vaststelproces op.

Rechtsgevolgen intrekkingsbesluit

Gevolgen van de intrekking van de toevoeging:

  • Rechtzoekende heeft met terugwerkende kracht geen aanspraak meer op gesubsidieerde rechtsbijstand. Als de rechtsbijstandverlener de vergoeding bij de Raad heeft gedeclareerd, vordert de Raad deze van de rechtzoekende terug.
  • De rechtsbijstandverlener kan zijn normale tarief bij de rechtzoekende in rekening brengen, met verrekening van de vergoeding van de Raad.

Zowel de rechtzoekende als de rechtsbijstandverlener zijn belanghebbende bij het intrekkingsbesluit en kunnen beide daartegen bezwaar maken.

Informatieoverdracht kwartiermaker

Je verstrekt informatie over de zaak aan de kwartiermaker bij:

  • Alle INR besluiten ongeacht of er vergoeding heeft plaatsgevonden.
  • Een herziening van een afgewezen vergoeding.
  • Het declareren na INR.

Resultaatbeoordeling en extra uren

Ook bij de einddeclaratie extra uren beoordeel je het resultaat. Op het declaratieformulier extra uren zijn geen vragen opgenomen over de resultaatsbeoordeling.
Je beoordeelt het resultaat op de gebruikelijke wijze.

Als de EXU- toevoeging met terugwerkende kracht moet worden ingetrokken op grond van het resultaat in de zaak, dan:

  1. stel je de einddeclaratie extra uren vast, dit in afwijking van de hoofdregel;
  2. wordt het totaal uitbetaalde bedrag van de vastgestelde vergoedingen (forfaitair en eventuele eerder vastgestelde extra uren) op de rechtzoekende verhaald.

Vaststelbeleid

Hoofdregel: declaratie afwijzen, tenzij…

Uitgangspunt is dat je het declaratieverzoek afwijst als de toevoeging op grond van het behaalde resultaat moet worden ingetrokken. Je neemt aan dat de advocaat zijn werkzaamheden zelf met rechtzoekende wil verrekenen. Je wijst de declaratie af met tekstcode 554.

De advocaat kan een herzieningsverzoek indienen als hij toch een vergoeding van de Raad wil ontvangen. Het indienen van bezwaar tegen de afwijzing van de vergoeding is niet nodig.

Geeft de advocaat bij declaratie uitdrukkelijk aan dat hij de vergoeding van de Raad wil ontvangen, dan bel je met de advocaat over invordering van de uit te betalen vergoeding bij de rechtzoekende door de Raad. Vervolgens stel je de vergoeding vast met tekstcode 466.

Uitbetaling van een ingetrokken toevoeging betekent dat de Raad een vordering krijgt op rechtzoekende. Dit kan voor de advocaat reden zijn om van declaratie bij de Raad af te zien. Bijvoorbeeld omdat zij bij de rechtzoekende het normale tarief in rekening willen brengen, en het onwenselijk vinden dat de rechtzoekende aan twee partijen moet betalen.

Voordat je de vergoeding vaststelt bel je daarom de advocaat om na te gaan of hij ervan op de hoogte is dat de Raad de aan hem betaalde vergoeding zal invorderen bij de rechtzoekende. Ziet de advocaat alsnog af van declaratie, dan wijs je het verzoek af met de tekst: ‘U heeft een aanvraag om een vergoeding ingediend in deze zaak. Zoals met u besproken zal de Raad de aanvraag niet verder in behandeling nemen. U heeft aangegeven dat u zelf, op basis van het normale tarief, tot verrekening overgaat met uw cliënt’.

Voorbeelden resultaatbeoordeling

Lijst met voorbeelden resultaatbeoordeling

Wet- en regelgeving

  • Artikel 34f Wrb
  • Artikel 34g Wrb

Versie
2.03
Gewijzigd op
1 januari 2025
Punten

Inhoudsopgave

  • Benodigde stukken / informatie
  • Verhaal kosten rechtsbijstand op derde
  • Toevoegbeleid
    • Algemeen
    • Toepassing resultaatbeoordeling
    • Mediationtoevoeging naast rechtsbijstandtoevoeging
    • Intrekking op verzoek rechtzoekende
    • Zaak geëindigd
    • Meerdere toevoegingen
  • Overname op betalende basis
  • Berekening resultaat
    • Algemeen
    • Medewerking verkoop woning
    • Verkoop woning niet verplicht
    • Koopsom-, spaar- en lijfrentepolissen, stamrecht BV
    • Polis verbonden aan de hypotheek
    • Bepalen hoogte geldsom
    • Verrekenen met behaald resultaat
    • Schatting overwaarde woning
    • Schulden
  • Bepalen drempelbedrag
  • Beoordeling resultaat
    • Resultaat minder dan 50%
    • Resultaat 50% of meer
    • Onvoldoende gegevens
    • Uitgesteld resultaat
  • Zwaarwegende omstandigheden
    • Niet binnen afzienbare termijn beschikbaar
  • Voornemen tot intrekking
    • Annuleren voornemen
  • Intrekking van de toevoeging
    • Rechtsgevolgen intrekkingsbesluit
  • Informatieoverdracht kwartiermaker
  • Resultaatbeoordeling en extra uren
  • Vaststelbeleid
    • Hoofdregel: declaratie afwijzen, tenzij…
  • Voorbeelden resultaatbeoordeling
  • Wet- en regelgeving


Over de Raad voor Rechtsbijstand

Burgers moeten kunnen rekenen op passende ondersteuning en goede rechtsbijstand. Daar maakt de Raad voor Rechtsbijstand zich sterk voor via de organisatie en borging van gesubsidieerde mediation en rechtsbijstand, uitvoering van de Wet schuldsanering natuurlijke personen en de Wet beëdigde tolken en vertalers.

  • Meer over ons
  • Contact
  • Protocol Wet open overheid (Woo)
  • Toegankelijkheid
  • Privacy
  • Cookies
  • Proclaimer
  • Informatiebeveiliging

Volg ons op

  • Youtube
  • LinkedIn

Een stamrecht BV is een besloten vennootschap die een ex-werknemer opricht voor het gebruikmaken van stamrechtvrijstelling.

Stamrechtvrijstelling was een Nederlandse belastingfaciliteit die een ex-werknemer de mogelijkheid bood om belastingheffing uit te stellen over de van zijn voormalige werkgever gekregen ontslagvergoeding. Het Belastingplan 2014 heeft deze mogelijkheid per 1 januari 2014 afgeschaft voor nieuwe gevallen.