Ga naar de inhoud
Direct naar
  • Mijn RvR
  • Kenniswijzer
  • Contact
  • Nieuws
  • English
  • Best Practices Leidraad voor asieladvocaten
Raad voor Rechtsbijstand (naar homepage)
Kenniswijzer
  • Voor advocaten
    • Algemene inschrijving bij de Raad
    • Ingeschreven en dan?
    • Over toevoegingen
    • Declaratie indienen
    • Nieuws
    • Formulieren voor advocaten
    • Direct regelen
  • Voor mediators
    • Algemene inschrijving bij de Raad
    • Ingeschreven en dan?
    • Over toevoegingen
    • Declaratie indienen
    • Nieuws voor mediators
    • Formulieren voor mediators
    • Wrb-portaal voor mediators  met eHerkenning
  • Voor burgers
  • Kenniswijzer
    • Wijzigingen werkinstructies
    • Meer over de Kenniswijzer
    • Werkinstructies extra uren
    • Werkinstructies mediation
    • Werkinstructies toevoegen
    • Werkinstructies vaststellen
    • Wet- en regelgeving
    • Zoeken op Kenniswijzer
    • Zoeken op Kenniswijzer jurisprudentie
  • Mijn RvR
  • Kenniswijzer
  • Contact
  • Nieuws
  • English
  • Best Practices Leidraad voor asieladvocaten
  1. Home ›
  2. Kenniswijzer ›
  3. Zoeken op Kenniswijzer ›
  4. Een datum- en tijdbepaling van een kort geding betreft geen beslissing

Een datum- en tijdbepaling van een kort geding betreft geen beslissing

Jurisprudentie
Vaststellen

Registratienummer
202302015/1/A2
Hoger beroep tegen
22/4358
Datum uitspraak
14 mei 2025
Rechtsgebied
Vaststellen
Instantie
Raad van State
Appellant
Rechtsbijstandverlener
Uitspraak
Ongegrond

Essentie

Rechtsbijstand is verleend in een huurgeschil. In de aanvraag vergoeding is vermeld dat de zaak een voortijdig beëindigde procedure betreft en er vijftien uur rechtsbijstand is verleend. De vergoeding is als zijnde een advieszaak van meer dan zes uur, 10 punten, vastgesteld.

In geschil is of de dagbepaling van de mondelinge behandeling van een kortgedingprocedure gezien kan worden als een uitspraak of beslissing van de rechtbank, waarbij recht zou bestaan op een procedurevergoeding. Van belang daarbij is dat op grond van artikel 5, tweede lid, van het Bvr er recht bestaat op een adviesvergoeding als een procedure is beëindigd voordat de instantie (tussen)uitspraak heeft gedaan of een beslissing heeft genomen dan wel voordat een zitting is bijgewoond.

De rechtbank heeft geoordeeld dat een datum- en tijdbepaling van een kort geding geen beslissing als bedoeld in artikel 5, tweede lid, van het Bvr is. Er wordt geen oordeel gegeven over een tussentijdse processuele verrichting of het geschil als zodanig. De Raad mag verder onderscheid maken tussen een datumbepaling in een kortgedingprocedure en het bepalen van een comparitie van partijen in een bodemprocedure, omdat bij een comparitie verweer is gevoerd en dit bij een kortgedingprocedure doorgaans pas op zitting wordt gevoerd.

De Afdeling volgt de advocaat niet in zijn stelling dat de rechtbank ten onrechte tot dit oordeel is gekomen. Met de dagbepaling wordt tot uitdrukking gebracht dat de mondelinge behandeling van de zaak plaats kan vinden op een dag en tijdstip op een door de kort gedingrechter aangewezen geachte termijn, al dan niet onder het stellen van voorwaarden ten aanzien van de oproeping van of kennisgeving aan de wederpartij.


Integrale uitspraak

Toepasselijke wetsartikel(en)

  • Artikel 5 Bvr


We hebben een nieuw beeldmerk:

Lees meer


Over de Raad voor Rechtsbijstand

Burgers moeten kunnen rekenen op passende ondersteuning en goede rechtsbijstand. Daar maakt de Raad voor Rechtsbijstand zich sterk voor via de organisatie en borging van gesubsidieerde mediation en rechtsbijstand, uitvoering van de Wet schuldsanering natuurlijke personen en de Wet beëdigde tolken en vertalers.

  • Meer over ons
  • Contact
  • Protocol Wet open overheid (Woo)
  • Toegankelijkheid
  • Privacy
  • Cookies
  • Proclaimer
  • Informatiebeveiliging

Volg ons op

  • Youtube
  • LinkedIn