Geen resultaatsbeoordeling bij verzoening
Registratienummer |
202404519/1/A2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
23/794
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Vaststellen
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtsbijstandverlener
|
Uitspraak |
Ongegrond
|
Essentie
Het verzoek om intrekking van de toevoeging op grond van een resultaatsbeoordeling is door de Raad afgewezen. Ten grondslag ligt hieraan dat partijen zich hebben verzoend, het verzoek tot echtscheiding is ingetrokken, waardoor de gezamenlijke boedel niet is ontbonden en partijen geen geldsom of vordering daarop hebben verkregen.
De rechtbank heeft overwogen dat de Raad terecht heeft geoordeeld dat niet aan de voorwaarden tot intrekking is voldaan. Door de verzoening is geen geldsom of een vordering daarop verkregen. Aan de stelling van de advocaat dat zij is benadeeld en sprake is van kwade opzet wordt voorbij gegaan nu artikel 34g Wrb geen ruimte biedt voor een belangenafweging.
De Afdeling sluit zich aan bij de overwegingen van de rechtbank.