Ga naar de inhoud
Direct naar
  • Mijn RvR
  • Kenniswijzer
  • Contact
  • Nieuws
  • English
  • Best Practices Leidraad voor asieladvocaten
Raad voor Rechtsbijstand
Kenniswijzer
  • Voor advocaten

    • Algemene inschrijving bij de Raad
    • Ingeschreven en dan?
    • Over toevoegingen
    • Declaratie indienen
    • Nieuws
    • Formulieren voor advocaten
    • Direct regelen
  • Voor mediators

    • Algemene inschrijving bij de Raad
    • Ingeschreven en dan?
    • Over toevoegingen
    • Declaratie indienen
    • Nieuws voor mediators
    • Formulieren voor mediators
    • Wrb-portaal voor mediators  met eHerkenning
  • Voor burgers
  • Kenniswijzer

    • Wijzigingen werkinstructies
    • Meer over de Kenniswijzer
    • Werkinstructies extra uren
    • Werkinstructies mediation
    • Werkinstructies toevoegen
    • Werkinstructies vaststellen
    • Wet- en regelgeving
    • Zoeken op Kenniswijzer
    • Zoeken op Kenniswijzer jurisprudentie
  • Mijn RvR
  • Kenniswijzer
  • Contact
  • Nieuws
  • English
  • Best Practices Leidraad voor asieladvocaten
  1. Home ›
  2. Kenniswijzer ›
  3. Zoeken op Kenniswijzer jurisprudentie ›
  4. De bezwaarfase tegen een bestuurlijke boete beïnvloedt de procedure in algemene zin niet zodanig dat een eerlijk proces ernstig in gevaar wordt gebracht. Door het weigeren van een toevoeging wordt in dit geval een eerlijk proces niet ernstig in gevaar geb

De bezwaarfase tegen een bestuurlijke boete beïnvloedt de procedure in algemene zin niet zodanig dat een eerlijk proces ernstig in gevaar wordt gebracht. Door het weigeren van een toevoeging wordt in dit geval een eerlijk proces niet ernstig in gevaar geb

Jurisprudentie
Bestuursrecht

Registratienummer
201703967/1/A2
Hoger beroep tegen
15/5918
Datum uitspraak
14 februari 2018
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Instantie
Raad van State
Appellant
Rechtzoekende en Raad voor Rechtsbijstand
Uitspraak
Hoger beroep van rechtzoekende is ongegrond, hoger beroep van de Raad is gegrond

Essentie

Het opleggen van een Wav-boete, waarbij aan de overtreder een onvoorwaardelijke verplichting tot betaling van een geldbedrag wordt opgelegd, is een bestraffende sanctie en kan daarom worden aangemerkt als een ‘criminal charge’ in de zin van artikel 6 EVRM.

De bezwaarfase bij een bestuurlijke boete valt aan te merken als een ‘pre-trial proceeding’, nu dat een procedure vóór de gerechtelijke behandeling van een zaak is. De waarborgen van artikel 6 EVRM zijn van toepassing vanaf het moment dat een criminal charge bestaat en vanaf het moment dat het recht op bijstand uit dit artikel relevant kan zijn in de bezwaarfase bij een bestuurlijke boete indien en voor zover het waarschijnlijk is dat een eerlijk proces ernstig in gevaar wordt gebracht door een aanvankelijk tekortschieten in de waarborging van dat recht. De bezwaarfase bij een bestuurlijke boete is niet op voorhand uitgesloten van de bescherming van artikel 6, derde lid, aanhef en onder c, van het EVRM.

Hieruit volgt niet dat in de bezwaarfase een ongeclausuleerd recht bestaat op kosteloze rechtsbijstand. Dat recht bestaat slechts indien de belangen van een behoorlijke rechtspleging dit eisen. De bezwaarfase tegen een bestuurlijke boete beïnvloedt de procedure in algemene zin niet zodanig dat een eerlijk proces ernstig in gevaar wordt gebracht. Gezien de procedure in zijn geheel, vereisen de belangen van een behoorlijke rechtspleging in het algemeen dan ook niet dat de betrokkene reeds in de bezwaarfase kosteloos door een toegevoegd advocaat wordt bijgestaan. Door het weigeren van een toevoeging voor rechtsbijstand in de bezwaarfase wordt in dit geval een eerlijk proces niet ernstig in gevaar gebracht zoals bedoeld door het EHRM.

Gelet op de dwingendrechtelijke formulering van artikel 12, tweede lid, aanhef en onder e van de Wrb, heeft de Raad niet de beslissingsruimte om te bepalen dat een toevoeging wordt verleend. Voor zover een werkinstructie het mogelijk maakt dat in dergelijke gevallen toch een toevoeging wordt verleend voor een TOM-zitting of zitting strafbeschikking, dient dit te worden aangemerkt als buitenwettelijk begunstigend beleid. Overeenkomstig vaste rechtspraak dient de bestuursrechter het bestaan en de inhoud van buitenwettelijk begunstigend beleid als een gegeven te aanvaarden en blijft de rechterlijke toetsing als gevolg daarvan beperkt tot de vraag of het beleid consistent wordt toegepast. De Raad heeft toegelicht dat hij het in de werkinstructie S041 neergelegde beleid voert, omdat hij in alle strafrechtelijke zaken artikel 6, derde lid, aanhef en onder c EVRM van toepassing acht en die bepaling artikel 12, tweede lid, aanhef en onder e Wrb opzijzet. Niet aannemelijk is gemaakt dat dit beleid niet consistent wordt toegepast in strafzaken.


Integrale uitspraak

Toepasselijke wetsartikel(en)

  • Artikel 12 Wrb



Over de Raad voor Rechtsbijstand

Burgers moeten kunnen rekenen op passende ondersteuning en goede rechtsbijstand. Daar maakt de Raad voor Rechtsbijstand zich sterk voor via de organisatie en borging van gesubsidieerde mediation en rechtsbijstand, uitvoering van de Wet schuldsanering natuurlijke personen en de Wet beëdigde tolken en vertalers.

  • Meer over ons
  • Contact
  • Protocol Wet open overheid (Woo)
  • Toegankelijkheid
  • Privacy
  • Cookies
  • Proclaimer
  • Informatiebeveiliging

Volg ons op

  • Youtube
  • LinkedIn