Ga naar de inhoud
Direct naar
  • Mijn RvR
  • Kenniswijzer
  • Contact
  • Nieuws
  • English
  • Best Practices Leidraad voor asieladvocaten
Raad voor Rechtsbijstand
Kenniswijzer
  • Voor advocaten

    • Algemene inschrijving bij de Raad
    • Ingeschreven en dan?
    • Over toevoegingen
    • Declaratie indienen
    • Nieuws
    • Formulieren voor advocaten
    • Direct regelen
  • Voor mediators

    • Algemene inschrijving bij de Raad
    • Ingeschreven en dan?
    • Over toevoegingen
    • Declaratie indienen
    • Nieuws voor mediators
    • Formulieren voor mediators
    • Wrb-portaal voor mediators  met eHerkenning
  • Voor burgers
  • Kenniswijzer

    • Wijzigingen werkinstructies
    • Meer over de Kenniswijzer
    • Werkinstructies extra uren
    • Werkinstructies mediation
    • Werkinstructies toevoegen
    • Werkinstructies vaststellen
    • Wet- en regelgeving
    • Zoeken op Kenniswijzer
    • Zoeken op Kenniswijzer jurisprudentie
  • Mijn RvR
  • Kenniswijzer
  • Contact
  • Nieuws
  • English
  • Best Practices Leidraad voor asieladvocaten
  1. Home ›
  2. Kenniswijzer ›
  3. Zoeken op Kenniswijzer jurisprudentie ›
  4. Er is geen sprake van een bedrijfsbedreigend geschil. Juiste toepassing Werkinstructie leidt niet tot andersluidend resultaat

Er is geen sprake van een bedrijfsbedreigend geschil. Juiste toepassing Werkinstructie leidt niet tot andersluidend resultaat

Jurisprudentie
Verbintenissenrecht

Registratienummer
201802510/1/A2
Hoger beroep tegen
17/4444 en 17/4445
Datum uitspraak
19 december 2018
Rechtsgebied
Verbintenissenrecht
Instantie
Raad van State
Appellant
Rechtzoekende
Uitspraak
Hoger beroep gegrond

Essentie

De aanvragen hebben betrekking op een rechtsbelang dat de uitoefening van een zelfstandig beroep of bedrijf betreft en daarvoor worden geen toevoegingen verstrekt.

De vraag is of de uitzonderingssituatie als bedoeld in artikel 12, tweede lid, aanhef en onder e, onderdeel 1, van de Wrb van toepassing is op grond waarvan rechtzoekende alsnog voor een toevoeging in aanmerking komt. Het eigen vermogen van rechtzoekende was lager dan het heffingvrij vermogen voor 2014, zodat op grond van de werkinstructie ‘Bedrijfsmatig handelen – Beoordeling financiële positie onderneming’ het nettoresultaat uit de winst- en verliesrekening had moeten worden beoordeeld in plaats van de vlottende activa.

Het nettoresultaat had moeten worden afgezet tegen de inkomensnorm voor gesubsidieerde rechtsbijstand, meer specifiek tegen de laagste inkomenscategorie voor alleenstaanden.

Echter zou een juiste toepassing van de werkinstructie niet tot een andere uitkomst van de besluiten hebben geleid omdat het nettoresultaat van 2014 hoger is dan de bovengrens van de laagste inkomenscategorie voor alleenstaanden voor 2014.

Terecht is waarde gehecht aan de omstandigheid dat het bedrijf van rechtzoekende sinds het ontstaan van het geschil nog steeds bestaat. Het voortbestaan van het bedrijf is niet afhankelijk van het resultaat van de aangevraagde rechtsbijstand.

De uitzonderingssituatie als bedoeld in artikel 12, tweede lid, aanhef en onder e, onderdeel 1, van de Wrb is niet aan de orde.


Integrale uitspraak

Toepasselijke wetsartikel(en)

  • Artikel 12 Wrb



Over de Raad voor Rechtsbijstand

Burgers moeten kunnen rekenen op passende ondersteuning en goede rechtsbijstand. Daar maakt de Raad voor Rechtsbijstand zich sterk voor via de organisatie en borging van gesubsidieerde mediation en rechtsbijstand, uitvoering van de Wet schuldsanering natuurlijke personen en de Wet beëdigde tolken en vertalers.

  • Meer over ons
  • Contact
  • Protocol Wet open overheid (Woo)
  • Toegankelijkheid
  • Privacy
  • Cookies
  • Proclaimer
  • Informatiebeveiliging

Volg ons op

  • Youtube
  • LinkedIn