Ga naar de inhoud
Direct naar
  • Mijn RvR
  • Kenniswijzer
  • Contact
  • Nieuws
  • English
  • Nieuwsbrief rvr.org
  • Werken bij de Raad
Raad voor Rechtsbijstand
Kenniswijzer
Menu
  • Voor advocatenVoor advocaten

    • Algemene inschrijving bij de Raad
    • Ingeschreven en dan?
    • Over toevoegingen
    • Declaratie indienen
    • Nieuws
    • Formulieren voor advocaten
  • Voor mediatorsVoor mediators

    • Algemene inschrijving bij de Raad
    • Ingeschreven en dan?
    • Over toevoegingen
    • Declaratie indienen
    • Nieuws voor mediators
    • Formulieren voor mediators
  • KenniswijzerKenniswijzer

    • Actueel / Wijzigingen werkinstructies
    • Meer over de Kenniswijzer
    • Werkinstructies extra uren
    • Werkinstructies mediation
    • Werkinstructies toevoegen
    • Werkinstructies vaststellen
    • Wet- en regelgeving
    • Zoeken op Kenniswijzer
    • Zoeken op Kenniswijzer jurisprudentie
  • Mijn RvR
  • Kenniswijzer
  • Contact
  • Nieuws
  • English
  • Nieuwsbrief rvr.org
  • Werken bij de Raad
  1. Home ›
  2. Kenniswijzer ›
  3. Zoeken op Kenniswijzer jurisprudentie ›
  4. Gestelde schending van het recht op hoor en wederhoor is onvoldoende voor toepassing van de hardheidsclausule

Gestelde schending van het recht op hoor en wederhoor is onvoldoende voor toepassing van de hardheidsclausule

Jurisprudentie
Alle rechtsterreinen

Registratienummer
201507092/1/A2
Hoger beroep tegen
15/2718
Datum uitspraak
11 mei 2016
Rechtsgebied
Alle rechtsterreinen
Instantie
Raad van State
Appellant
Rechtzoekende
Uitspraak
Hoger beroep ongegrond

Essentie

Een eventuele schending van het recht op hoor en wederhoor zou in dit geval door de Hoge Raad moeten worden hersteld. Nu bij de Hoge Raad verplichte procesvertegenwoordiging door een advocaat geldt en rechtzoekende in dat kader heeft verzocht om een toevoeging, dient in de toevoegingsprocedure een – zij het terughoudend – oordeel te worden gegeven over de gestelde schending.

De rechtbank is derhalve ten onrechte geheel voorbij gegaan aan de stelling van rechtzoekende dat in de procedure bij de kantonrechter het recht op hoor en wederhoor is geschonden. Voorts zijn de enkele stellingen van rechtzoekende dat het recht op hoor en wederhoor is geschonden, zijn vertrouwen in de rechtspraak en de rechtstaat is beschadigd en hij in een afhankelijkheidsrelatie tot de verhuurder verkeert, onvoldoende grond voor het toepassen van de hardheidsclausule.

De raad heeft zich op het standpunt mogen stellen dat het toepassen van art. 4, derde lid Brt niet tot een aantoonbare onrechtvaardigheid of onbillijkheid leidt voor rechtzoekende.


Integrale uitspraak

Toepasselijke wetsartikel(en)

  • Artikel 12 Wrb
  • Artikel 4 Brt



Over de Raad voor Rechtsbijstand

Burgers moeten kunnen rekenen op passende ondersteuning en goede rechtsbijstand. Daar maakt de Raad voor Rechtsbijstand zich sterk voor via de organisatie en borging van gesubsidieerde mediation en rechtsbijstand, uitvoering van de Wet schuldsanering natuurlijke personen en de Wet beëdigde tolken en vertalers.

  • Meer over ons
  • Contact
  • Feedback geven over de site
  • Protocol Wet open overheid (Woo)
  • Toegankelijkheid
  • Privacy
  • Cookies
  • Proclaimer
  • Informatiebeveiliging

Volg ons op

Twitter
Youtube
LinkedIn