Ga naar de inhoud
Direct naar
  • Mijn RvR
  • Kenniswijzer
  • Contact
  • Nieuws
  • English
  • Best Practices Leidraad voor asieladvocaten
Raad voor Rechtsbijstand
Kenniswijzer
  • Voor advocaten

    • Algemene inschrijving bij de Raad
    • Ingeschreven en dan?
    • Over toevoegingen
    • Declaratie indienen
    • Nieuws
    • Formulieren voor advocaten
    • Direct regelen
  • Voor mediators

    • Algemene inschrijving bij de Raad
    • Ingeschreven en dan?
    • Over toevoegingen
    • Declaratie indienen
    • Nieuws voor mediators
    • Formulieren voor mediators
    • Wrb-portaal voor mediators  met eHerkenning
  • Voor burgers
  • Kenniswijzer

    • Wijzigingen werkinstructies
    • Meer over de Kenniswijzer
    • Werkinstructies extra uren
    • Werkinstructies mediation
    • Werkinstructies toevoegen
    • Werkinstructies vaststellen
    • Wet- en regelgeving
    • Zoeken op Kenniswijzer
    • Zoeken op Kenniswijzer jurisprudentie
  • Mijn RvR
  • Kenniswijzer
  • Contact
  • Nieuws
  • English
  • Best Practices Leidraad voor asieladvocaten
  1. Home ›
  2. Kenniswijzer ›
  3. Zoeken op Kenniswijzer jurisprudentie ›
  4. Rechtsbelang vloeit voort uit een beroep op bedrijf, geen schending toegang tot de rechter

Rechtsbelang vloeit voort uit een beroep op bedrijf, geen schending toegang tot de rechter

Jurisprudentie
Verbintenissenrecht

Registratienummer
201004632/1/H2
Hoger beroep tegen
09/1742
Datum uitspraak
19 januari 2011
Rechtsgebied
Verbintenissenrecht
Instantie
Raad van State
Appellant
Rechtzoekende
Uitspraak
Hoger beroep ongegrond

Essentie

De rechtbank heeft terecht overwogen dat de procedure waarvoor de rechtsbijstand is gevraagd, voortkomt uit de afwikkeling van verplichtingen in verband met de ontbinding van de vennootschap. Het rechtsbelang waarop de aanvraag betrekking heeft, betreft dan ook een belang dat voortvloeit uit een niet langer uitgeoefend beroep op bedrijf. Volgens de wetsgeschiedenis van art. 12, tweede lid, aanhef en onder e Wrb worden rechtsbelangen die de zelfstandige beroeps- of bedrijfsuitoefening betreffen van rechtsbijstand uitgesloten.

In een eerdere uitspraak (10 april 2002, zaak nr. 2001021141/1) heeft de Afdeling overwogen dat uit de jurisprudentie van het EHRM evenzeer volgt dat deze verplichting niet betekent dat onbeperkt recht op gratis rechtsbijstand in civiele procedures zou bestaan. Een ondernemer wordt door artikel 12, tweede lid, aanhef en onder e Wrb, niet onevenredig wordt getroffen, noch wordt het recht op toegang tot de rechter in de kern aangetast. Voorts is in het geval van rechtzoekende sprake van een financiële beperking aan het recht op tot toegang op de rechter, gerelateerd aan het rechtsbelang waarop de aanvraag betrekking heeft. Er is geen sprake van een zuiver financiële beperking die niet gerelateerd is aan de inhoudelijke aspecten van de zaak. Er is hierdoor geen aanleiding voor het oordeel dat de rechtbank heeft miskend dat het recht op toegang tot de rechter in zijn kern wordt getroffen en op die grond schending van artikel 6 van het EVRM aan te nemen.


Integrale uitspraak

Toepasselijke wetsartikel(en)

  • Artikel 12 Wrb



Over de Raad voor Rechtsbijstand

Burgers moeten kunnen rekenen op passende ondersteuning en goede rechtsbijstand. Daar maakt de Raad voor Rechtsbijstand zich sterk voor via de organisatie en borging van gesubsidieerde mediation en rechtsbijstand, uitvoering van de Wet schuldsanering natuurlijke personen en de Wet beëdigde tolken en vertalers.

  • Meer over ons
  • Contact
  • Protocol Wet open overheid (Woo)
  • Toegankelijkheid
  • Privacy
  • Cookies
  • Proclaimer
  • Informatiebeveiliging

Volg ons op

  • Youtube
  • LinkedIn