Kamerbrief invulling juridische counseling en rechtsbijstand
In een Kamerbrief d.d. 29 september 2025 licht de Minister van Asiel en Migratie toe hoe de juridische counseling en rechtsbijstand worden ingevuld bij implementatie van de Asielprocedureverordening. Met ingang van 12 juni 2026 is het Asiel- en migratiepact van toepassing. De Asielprocedureverordening (APR) bevat de bepalingen over de asielprocedure en de juridische ondersteuning die de asielzoeker moet krijgen.
In de huidige Nederlandse asielprocedure heeft een asielzoeker reeds vanaf de start van zijn asielprocedure in de administratieve fase recht op kosteloze rechtsbijstand van een advocaat. Daarnaast staat het de asielzoeker vrij om een beroep te doen op het advies van VluchtelingenWerk Nederland (VWN). Onder de Asielprocedureverordening, die per 12 juni 2026 van toepassing wordt, worden lidstaten minimaal verplicht om de asielzoeker vanaf de start van zijn asielprocedure kosteloze onafhankelijke juridische ondersteuning (‘counseling’) aan te bieden. Juridische counseling heeft een andere, lichtere betekenis dan rechtsbijstand. Ook uit de huidige Procedurerichtlijn volgt geen verplichting tot het bieden van rechtsbijstand in de bestuurlijke fase van de asielprocedure. De Nederlandse asielprocedure kent dus momenteel extra juridische waarborgen bovenop de minimumnorm uit de huidige en nieuwe Europese asielwetgeving. Het kabinet streeft ernaar om de Nederlandse asielprocedure te versoberen tot het Europees minimum en, zoals neergelegd in het regeerprogramma, rechtsbijstand bij asielaanvragen zoveel mogelijk te beperken.
Juridische counseling in plaats van rechtsbijstand
In de toekomstige asielprocedure zal de asielzoeker vanaf het moment dat hij zijn asielverzoek in Nederland registreert juridische counseling ontvangen, in plaats van rechtsbijstand. Uit de Asielprocedureverordening kan worden opgemaakt dat counseling voornamelijk informerend van aard is en gericht is op het bieden van informatie over het verloop van de procedure. Die informatie moet toegespitst zijn op de procedure waarin de aanvrager zich bevindt en antwoord bieden op vragen, rekening houdend met individuele omstandigheden. Juridische counseling dient gratis voorzien te worden wanneer de asielzoeker daarom verzoekt. Een counselor mag worden belast met het verstrekken van counseling aan meerdere verzoekers tegelijk.
De uitvoering van deze taken zal niet aan de asieladvocatuur worden gevraagd. Een lidstaat mag in zijn eigen wetgeving inregelen hoe hierin wordt voorzien. De counseling moet worden geboden door "onafhankelijke juridische counselors, die krachtens het nationale recht zijn erkend of toegelaten om de verzoekers counseling te verstrekken, dan wel door niet-gouvernementele organisaties die krachtens het nationale recht zijn geaccrediteerd om juridische diensten of vertegenwoordiging aan verzoekers te bieden." De IND is gevraagd de uitvoering van deze taken op zich te nemen. De precieze invulling is onderwerp van gesprek met de IND.
Behoud correcties en aanvullingen
In de toekomstige asielprocedure wordt het verplicht een geluidsopname van het gehoor met de asielzoeker over zijn vluchtmotieven te maken. In de huidige procedure wordt alleen een rapport van het gehoor opgemaakt. De opname zal worden toegelaten als bewijs in de beroepsprocedure. Hoewel de Asielprocedureverordening lidstaten de mogelijkheid biedt om als gevolg daarvan de asielzoeker geen gelegenheid te bieden voor het leveren van correcties en aanvullingen op het verslag van zijn gehoor, zal in de Nederlandse asielprocedure de vreemdeling nog wel in de gelegenheid worden gesteld om opmerkingen te maken bij het verslag.
Het schrappen van de voornemenprocedure steunt op de onderbouwing dat - vanwege de mogelijkheid tot het bieden van correcties en aanvullingen - de asielprocedure nog steeds voldoet aan de Europese verplichting van het recht van eenieder te worden gehoord voordat een individuele maatregel wordt genomen. Door een expliciet moment van hoor- en wederhoor in de administratieve fase te houden, kan de asielzoeker zijn correcties en aanvullingen indienen voordat tegen hem een voor hem nadelige individuele maatregel wordt genomen. Met deze stap in de asielprocedure wordt maximaal gewaarborgd dat de beslissing van de IND is gestoeld op een volledig verslag van het asielgehoor, waarover tussen IND en asielzoeker met zijn gemachtigde geen verschil van inzicht bestaat. Hiermee worden onnodige discussies en vertraging in beroep voorkomen. Vanaf het moment van de correcties en aanvullingen zal daarom worden voorzien in kosteloze rechtsbijstand door een advocaat. Dat de vreemdeling aan het einde van de administratieve fase van de asielprocedure al een advocaat heeft, maakt bovendien dat deze het dossier al kent ten tijde van het besluit en dat een eventueel beroep snel kan worden ingediend en geformuleerd.
Ook tijdens de beroepsfase zal aan de asielzoeker gefinancierde rechtsbijstand worden aangeboden door een asieladvocaat, hetgeen verplichtend volgt uit de Asielprocedureverordening.
Beroeps-, Grens-, Dublin- en Opvangprocedures
De toekomstige asielgrensprocedure en de procedure tot vaststelling van de verantwoordelijke lidstaat onder de Asiel en migratiebeheer verordening (AMBV) kennen afwijkende – korte – termijnen en hebben gevolgen bij het niet halen van deze termijnen, te weten het alsnog toegang moeten bieden tot Nederland respectievelijk het niet meer kunnen overdragen aan de verantwoordelijke lidstaat. Daarbij geldt voorts dat onder de AMBV (Dublin)-procedure de asielzoeker in terugnamezaken in beginsel niet meer wordt gehoord. In overnamezaken waarin wel een gehoor is afgenomen, is in de regel beperkte ruimte voor het indienen van correcties en aanvullingen na het gehoor.
In deze procedures blijft het recht op kosteloze rechtsbijstand kort na de start van de procedure gehandhaafd omdat dit in deze specifieke procedures bijdraagt aan het halen van deze termijnen. De advocaat kan in deze procedure reageren op de stukken van de IND, echter wordt hier geen specifieke termijn voor gegeven.
De nieuwe Opvangrichtlijn verplicht lidstaten, gelijk aan de huidige Opvangrichtlijn, om te voorzien in kosteloze rechtsbijstand en vertegenwoordiging bij gevallen van beroep of toetsing voor een rechterlijke instantie, wanneer dat nodig is om de daadwerkelijke toegang tot de rechter te waarborgen. Het gaat hierbij niet om asielbesluiten, maar om besluiten over het recht op opvang en om vrijheidsbeperkende of -ontnemende maatregelen. Dit staat los van het beperken van de rol van de asieladvocatuur. De kosteloze toegang tot een advocaat zal in deze gevallen behouden blijven.
Vervolg
De huidige inrichting van het stelsel volgt uit de Wet op de rechtsbijstand (Wrb) en is onder meer nader uitgewerkt in het Besluit vergoedingen rechtsbijstand (Bvr). De vergoedingen van de advocaat in de asielprocedure sluiten nu nog aan op het huidige sporenbeleid en inrichting van de asielprocedure.
Met het vervallen van de voornemenprocedure en het sporenbeleid zullen de verwijzingen in het Bvr vanaf 12 juni 2026 niet meer aansluiten. Daarom zijn wijzigingen nodig, die in samenspraak met de relevante ketenpartners worden vastgesteld. Deze wijzigingen vergen een separaat traject en zijn niet ondergebracht in de AMvB die ter uitvoering van het Asiel- en Migratiepact wordt opgesteld. De betreffende AMvB tot wijziging van het Bvr zal in het kader van de voorhangprocedure met de Eerste en Tweede Kamer worden gedeeld. De minister verwacht op die manier tegemoet te zullen komen aan de wens uit de door de Tweede Kamer aangenomen motie van het lid Van Nispen, waarin wordt gevraagd om transparantie rondom dit onderwerp en voorstellen hiertoe tijdig aan de relevante partners voor te leggen.