Kamerbrief actuele situatie asielketen
De Minister van Asiel en Migratie geeft in een Kamerbrief d.d. 26 september 2025 de stand van zaken rond asiel en migratie. De druk op de migratieketen blijft onverminderd hoog, ondanks dat de instroom van asielzoekers in 2025 lager is dan eerder geraamd. De brief beschrijft de kabinetsinzet om grip te krijgen op migratie: het verminderen van de instroom, het realiseren van voldoende opvangplekken, bevorderen van terugkeer en doorstroming van statushouders naar de woningmarkt. Dit bericht licht enkele onderwerpen uit.
Ontwikkelingen instroom
De keten staat nog steeds onder druk als gevolg van een combinatie van factoren op instroom, doorstroom en uitstroom. In de eerste maanden van 2025 is de eerste asielinstroom lager dan in eerdere prognoses is voorzien. In de meest recente Meerjarenproductieprognose 2025 (MPP-2025) zijn de prognoses voor 2025 en 2026 naar beneden bijgesteld. Daarnaast zorgde de lagere instroom van personen met een Syrische nationaliteit ervoor dat de verwachte totale eerste asielinstroom voor 2025 neerwaarts is bijgesteld. In het gekozen scenario wordt een eerste asielinstroom verwacht van 22.000 in 2025 en een aantal van 25.000 in 2026 (dit was op basis van de prognose in 2024 35.000 voor zowel 2025 als 2026). Het scenario kent een grote onzekerheidsmarge en de effecten van de implementatie van nieuwe wetgeving (EU Migratiepact, de Asielnoodmaatregelenwet, de wet Tweestatusstelsel en wet Terugkeer en vreemdelingenbewaring) zijn nog niet meegenomen.
Ondanks dat het aantal eerste asielaanvragen naar verwachting lager is blijft de COA-bezetting de komende jaren verder toenemen. Dit komt onder andere door de lange doorlooptijd van asielprocedures en de achterblijvende uitstroom van statushouders.
Voor het aantal BRP-registraties van ontheemden uit Oekraïne is een prognose opgesteld tot het einde van 2026. Die voorspelt dat de trend van afgelopen jaren zich doorzet met een verwachting van een instroom van 270 per week in 2025 en 290 ontheemden per week in 2026. Het blijft noodzakelijk om nieuwe opvangplekken te realiseren. Dit vraagt een forse inspanning van gemeenten en die reeds tegen hun grenzen aanlopen.
Maatregelen verminderen instroom en beperken nareis
Om de instroom van asielzoekers te verlagen en nareis te beperken, heeft het kabinet diverse maatregelen genomen binnen de kaders van Europese regelgeving en internationale verdragen. Maatregelen zien op versterkt grenstoezicht aan de buitengrenzen, een efficiëntere asielprocedure, sobere opvang, gerichte inzet op terugkeer en een harde aanpak van overlast.
De door het Kabinet aangeboden wetsvoorstellen, de asielnoodmaatregelenwet en de wet invoering twee statusstelsel zijn op 3 juli jl. door de Tweede Kamer aangenomen. In de asielnoodmaatregelenwet is voorgesteld om nareis te beperken tot het kerngezin. In het voorgestelde tweestatusstelsel bestaan strikte voorwaarden op het gebied van gezinshereniging voor subsidiair beschermden en wordt eveneens voorgesteld nareis te beperken tot het kerngezin. De voorgestelde wetten leiden daarmee tot een aanzienlijke beperking van het aantal mensen dat zich kan beroepen op nareis.
In Europees verband zet het kabinet zich in voor een effectieve implementatie van het EU Migratiepact, inclusief de implementatie van het huidige acquis, zoals de Dublin-verordening. Nederland steunt bovendien het voorstel van de Europese Commissie om onderdelen van het Pact, zoals ten aanzien van de grensprocedures, versneld te implementeren.
Europees Asiel- en Migratie Pact
Nederland ligt op schema met de implementatie van het EU Migratiepact. Dit neemt niet weg dat de implementatie een grote opgave is voor de betrokken uitvoeringsorganisaties. Het Pact, dat op 12 juni 2026 in werking treedt, is een belangrijke stap naar een strenger Europees asielbeleid. Een beter functionerend Europees asielsysteem is essentieel om meer grip te krijgen op asielmigratie via de EU-buitengrenzen en op secundaire migratie tussen lidstaten. De Europese regelgeving beoogt versterking van de Europese buitengrenzen door de invoering van een screening van vreemdelingen en een (in sommige gevallen) verplichte grensprocedure voor vreemdelingen die waarschijnlijk niet in aanmerking komen voor asielbescherming. Hierdoor kunnen zij sneller worden teruggestuurd zonder dat zij (juridisch) het grondgebied van de Europese Unie betreden. Daarnaast biedt het Pact voor Nederland de kans om de asielprocedure te herzien door de invoering van effectievere asielprocedures met kortere behandeltermijnen. Ook komen er strengere regels voor volgende asielverzoeken en het tegengaan van misbruik. Tenslotte moeten lidstaten elkaar ondersteunen op het gebied van asielaanvragen en -opvang, waardoor de verdeling van lasten tussen lidstaten eerlijker wordt. De daadwerkelijke effecten van het Pact kunnen pas ingeschat worden na de implementatie van het Pact. In 2025 en 2026 wordt het nationale wetgevingsproces van het Pact afgerond.
Ontwikkelingen asielprocedure
In de zomer van 2024 zijn verschillende maatregelen geïmplementeerd bij de IND om de uitvoeringspraktijk van de beoordeling van asielaanvragen tussen Nederland en andere lidstaten te verkleinen en meer aan te sluiten bij de EU-regelgeving. Dit betrof onder meer het herzien van het groepenbeleid, met als doel het zwaarder laten wegen van de individuele beoordeling ten aanzien van vreemdelingen die tot deze groepen behoren. Daarnaast is de geloofwaardigheidsbeoordeling, meer in lijn gebracht met het internationaal en Europees recht.
Door positieve ontwikkelingen in (de veiligheidssituaties in) belangrijke asiellanden als Jemen, Syrië en Turkije, die hebben geresulteerd in aangepast landenbeleid en daarnaast de aanpassingen van het asielbeoordelingskader is een trend zichtbaar van lagere inwilligingspercentages. Dit percentage is gedaald naar rond de 40% in het eerste kwartaal van 2025 ten opzichte van een gemiddelde van tussen de 70% en 85% in voorgaande jaren. Deze daling wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door het besluit- en vertrekmoratorium Syrië. De meerjarenproductieprognose voor het jaar 2026 gaat uit van een gemiddelde inwilligingspercentage van rond de 56%. Het is onzeker hoeveel inwilligingen er gedaan worden komende jaren, maar onder de huidige inzichten is sprake van een trendbreuk met eerdere jaren.
De IND heeft een meerjarenplan opgesteld voor een productiviteitsverhoging van minimaal 25% in 2028, om zo in te lopen op de liggende voorraden, maar om ook weer in staat te zijn om de instroom bij te houden. Dit heeft bij nareis inmiddels geleid tot een efficiënter proces. Daarnaast heeft de IND ook op andere vlakken stappen gezet om slimmer te gaan werken en de complexiteit te reduceren. Het Pact dat in werking treedt op 12 juni 2026 is een belangrijk onderdeel van de productiviteitsverbetering bij de IND. Het Pact biedt de mogelijkheid om de asielprocedure opnieuw in te richten.
Versnelde behandeling kansarme asielaanvragen en voorbereiding op verwachte toename terugkeerders
Het kabinet zet fors in op vertrek van personen die niet (langer) in Nederland mogen blijven. Asielaanvragen met een beperkte kans op inwilliging worden door de IND versneld behandeld om aansluitend zo snel mogelijk te kunnen starten met het terugkeerproces. Het kabinet dat het aantal personen dat, na een afwijzing van een asielaanvraag en het doorlopen van een (hoger) beroepsprocedure, Nederland moet verlaten op termijn zal stijgen.
Sinds 1 augustus 2025 is de detentiecapaciteit uitgebreid met 45 plekken. Nog eens 45 plekken komen beschikbaar vanaf 1 november as. om het terugkeerproces te faciliteren. Het kabinet versterkt daarnaast het terugkeerbeleid met het wetsvoorstel Wet terugkeer en vreemdelingenbewaring, onder meer door een langere ophoudtermijn, de verplichting om mee te werken aan het terugkeerproces en een eigen regime voor vreemdelingenbewaring.
Na de val van het regime Assad in december 2024 is een andere (veiligheids)situatie in Syrië ontstaan. Het ambtsbericht van 31 mei jl. heeft geleid tot het nieuwe landenbeleid in Syrië. Het kabinet zet dan ook zowel nationaal als internationaal in op het zoveel mogelijk faciliteren van vrijwillige terugkeer, onder meer via terugkeer- en herintegratieondersteuning. In de periode 1 januari tot en met 16 september zijn ruim 700 Syriërs vrijwillig teruggekeerd, waarvan ruim 80 personen door middel van een chartervlucht die op 16 september jl. van Nederland naar Syrië is gevlogen. Wanneer de situatie in Syrië stabieler wordt en blijft dan is het de verwachting dat de vrijwillige terugkeer verder zal toenemen.
Daarnaast worden de voorbereidingen getroffen om zo spoedig mogelijk gedwongen terugkeer mogelijk te maken.