Hof van Justitie Luxemburg
Achtergrondinformatie
1. Inbreukprocedure
De Commissie kan de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie op grond van een klacht dan wel op grond van vermoedens van inbreuken die zij zelf hebben ontdekt.
Zo heeft het Hof zich uitgesproken over het beroep van de Commissie inzake schending van een richtlijn m.b.t. zwangerschaps- en bevallingsverlof.
Het Hof wijst een arrest waarin wordt vastgesteld of er al dan niet van een inbreuk sprake is. Het Hof is niet bevoegd om een nationale bepaling die niet aan het recht van de Europese Unie beantwoordt, nietig te verklaren of om een autoriteit ertoe te verplichten om op een verzoek van een particulier in te gaan dan wel om de lidstaat te veroordelen tot het betalen vaneen schadevergoeding.
2. Prejudiciële zaken
In een prejudiciële zaak stelt een nationale rechter het Hof een vraag over het Unierecht. Deze procedure (artikel 267 VwEU, Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie/ TFEU, Treaty on de the functioning of the European Union) beoogt een doeltreffende en uniforme toepassing van het Europese recht te waarborgen, zodat een verschil in uitleg van het Unierecht in de diverse lidstaten wordt voorkomen.
In deze procedure stelt de nationale rechter een prejudiciële vraag in een zogenaamde verwijzingsuitspraak. De term prejudicieel duidt erop dat de uitspraak van het Hof over de gestelde vraag voorafgaat aan de eindbeslissing van de nationale rechter. Op deze prejudiciële vraag geeft het Hof antwoord in de vorm van een arrest of een met redenen omklede beschikking. De nationale rechter past vervolgens de gegeven uitleg toe op het nationale geschil.
Aan de prejudiciële procedure kunnen de betrokken nationale procespartijen, de lidstaten en de Europese instellingen deelnemen door hun standpunt over de gestelde vragen kenbaar te maken aan het Hof. Alle nationale verwijzingsuitspraken worden door het Hof aan het Hofcluster van de afdeling Europees recht toegestuurd. Deze uitspraken worden vervolgens beoordeeld en geselecteerd op een eventueel Nederlands belang.
De prejudiciële procedure kent in beginsel twee fasen: de fase van de schriftelijke opmerkingen en die van de mondelinge behandeling. Zaken kunnen ook zonder zitting worden afgedaan. Lidstaten kunnen zowel in zaken van eigen bodem als in zaken afkomstig uit andere lidstaten opmerkingen indienen. In Nederlandse verwijzingsuitspraken dient de Nederlandse regering in beginsel altijd opmerkingen in.
3. Direct beroep bij het Europees Hof in Luxemburg
Een direct beroep bij het Europese Hof van Justitie kan worden gedaan om Europese wetgeving door EU-instanties ongedaan te maken of om de EU te dwingen actie te ondernemen (wetgeving te maken).
Dit rechtsmiddel is voornamelijk bedoeld voor de lidstaten, het Europees parlement, de Council of Ministers of de Europese Commissie.
Daarnaast zijn er nog enkele instanties verbonden aan de EU die een direct beroep kunnen doen wanneer hun rechten en belangen in het geding zijn (Court of Auditors, European Central bank, Committee of the Regions).
Ten slotte kunnen natuurlijke en rechtspersonen een direct beroep doen op het Hof. Er moet aan de volgende zeer strenge eisen worden voldaan.
- Wanneer de persoon direct wordt genoemd in de wet of regelgeving;
- Wanneer de wet en regelgeving hem direct en individueel aangaat;
- Wanneer er sprake is van een richtlijn die niet hoeft te worden geïmplementeerd in nationale wetgeving en waarbij sprake is van direct belang;
- Daarnaast geldt een termijn van maximaal 2 maanden na publicatie.
Het direct en individueel belang geldt ook wanneer een direct beroep wordt gedaan bij het Hof wanneer de EU nalatig is geweest om wet en regelgeving te maken.
Het Hof is zeer terughoudend met het toelaten van direct beroep door natuurlijke en rechtspersonen. De toets van direct en individueel belang wordt in heel weinig gevallen gehaald en wanneer dit al gebeurt zal het veelal gaan om bedrijfsmatige geschillen. Immers de meeste wet en regelgeving in de EU betreft het economisch verkeer.