Ga naar de inhoud
Direct naar
  • Mijn RvR
  • Kenniswijzer
  • Contact
  • Nieuws
  • English
  • Nieuwsbrief rvr.org
  • Werken bij de Raad
Raad voor Rechtsbijstand
Kenniswijzer
Menu
  • Voor advocatenVoor advocaten

    • Algemene inschrijving bij de Raad
    • Ingeschreven en dan?
    • Over toevoegingen
    • Declaratie indienen
    • Nieuws
    • Formulieren voor advocaten
  • Voor mediatorsVoor mediators

    • Algemene inschrijving bij de Raad
    • Ingeschreven en dan?
    • Over toevoegingen
    • Declaratie indienen
    • Nieuws voor mediators
    • Formulieren voor mediators
  • KenniswijzerKenniswijzer

    • Actueel / Wijzigingen werkinstructies
    • Meer over de Kenniswijzer
    • Werkinstructies extra uren
    • Werkinstructies mediation
    • Werkinstructies toevoegen
    • Werkinstructies vaststellen
    • Wet- en regelgeving
    • Zoeken op Kenniswijzer
    • Zoeken op Kenniswijzer jurisprudentie
  • Mijn RvR
  • Kenniswijzer
  • Contact
  • Nieuws
  • English
  • Nieuwsbrief rvr.org
  • Werken bij de Raad
  1. Home ›
  2. Kenniswijzer ›
  3. Zoeken op Kenniswijzer ›
  4. Aantekeningen bij Artikel 28 Wrb

Aantekeningen bij Artikel 28 Wrb


*Uit: Handboek Toevoegen 2007

De aantekeningen op deze pagina zijn onder voorbehoud. In het Handboek Toevoegen staat het beleid beschreven dat de Raad hanteerde van 2007 tot circa 2010. Vanaf circa 2010 beschrijft de Raad het beleid in de werkinstructies op Kenniswijzer. Beleid in het Handboek Toevoegen dat nog niet op Kenniswijzer is gepubliceerd, is nog geldig.

Artikel 28 Wet op de rechtsbijstand

Aantekening 5 *

Art. 28 Wrb Zaken Boek I BW: Kantonrechter bevoegd

Artikel 6 lid 1 sub a Brt bepaalt dat geen toevoeging wordt verleend voor zaken die boek I BW betreffen en waarvan de kantonrechter bevoegd is kennis te nemen. Deze zaken betreffen onder meer:
verlof tot het aangaan van een huwelijk (art. 1:36 BW);
verzoek om handlichting (1:235 BW);
benoeming in de voogdij (1:295 BW);
onderbewindstelling (1:431 BW);
verzoek tot instelling van mentorschap.

Voor wat betreft onderbewindstelling kan wel rechtsbijstand op basis van toevoeging worden verleend indien derechtzoekende verweerder is in de procedure (art. 6 lid 2 onder b).

Aantekening 6 *

Art. 28 Wrb Bijzondere feitelijke of juridische complexiteit

Ingevolge art. 6 lid 2 sub a Brt kan rechtsbijstand in genoemde zaken die dienen bij de kantonrechter wel worden verleend indien sprake is van bijzondere feitelijke of juridische ingewikkeldheid.

Indien een beroep wordt gedaan op deze uitzonderingsgrond, zal de aanvraag om rechtsbijstand met een beroep op artikel 6 lid 2 sub a Brt uitvoerig moeten worden gemotiveerd.

Feitelijke ingewikkeldheid is aan de orde wanneer sprake is van een veelheid van juridisch relevante feiten. Juridische ingewikkeldheid doet zich voor wanneer sprake is van rechtsvragen die uitzonderlijk van aard zijn en die slechts incidenteel voorkomen.

Het niet spreken van de Nederlandse taal, het niet beschikken over juridische kennis of de (geestelijke) gezondheid van rechtzoekende maakt niet dat er sprake is van bijzondere feitelijke of juridische ingewikkeldheid.

Aantekening 9 *

Art. 28 Wrb Verbintenissenrecht artikel 7 Brt

Artikel 7 Brt
Voor rechtsbijstand terzake van het treffen van een afbetalingsregeling, het aanvragen van het eigen faillissement of het kwijtschelden van een schuld wordt geen toevoeging verleend.

Aantekening10 *

Art. 28 Wrb Betalingsregelingen, kwijtschelding en faillissement

Artikel 7 Brt sluit rechtsbijstand op basis van toevoeging uit in alle zaken waarin sprake is van onbetwiste schulden. Op basis van deze bepalingen zullen aanvragen terzake van schuldenregelingen moeten worden afgewezen. De bepaling heeft een imperatief karakter.
Blijkens de nota van toelichting is de uitsluitingsgrond gebaseerd op de overweging dat voor de behartiging van genoemde belangen geen juridische deskundigheid is vereist.
De betreffende bepaling geldt ook voor meer omvangrijke schuldsaneringen, zodat ook daarvoor geen toevoegingen worden verstrekt. Bij een toevoegingsaanvraag ter zake van schuldsanering kan met een beroep op artikel 12 lid 2 onder g Wrb verwezen worden naar voorliggende voorzieningen zoals instellingen voor sociaal maatschappelijke hulpverlening of gemeentelijke instellingen voor schuldhulpverlening.
In dit verband kan ook gewezen worden op de Wsnp waarin voorzieningen zijn getroffen voor een wettelijke vorm van schuldsanering (artikel 284 e.v. FW). Toelating tot deze regeling wordt verzocht door middel van een bij de rechtbank in te dienen verzoekschrift. Voor dit verzoek wordt geen toevoeging verstrekt. Op grond van de Wsnp is de gemeente waar de schuldenaar woont de instantie die helpt bij het indienen van dat verzoekschrift bij de rechtbank.
Aanvragen om toevoeging voor de aanwending van rechtsmiddelen in het kader van deze wettelijke regeling worden door de raad op de gebruikelijk wijze beoordeeld. In het geval de rechtbank het verzoek om toepassing van de Wsnp afwijst, kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof. In voorkomende gevallen wordt voor het hoger beroep toegevoegd. Dit geldt ook voor het verweer in hoger beroep tegen de beëindiging van de Wsnp.
Voor het aanvragen van het eigen faillissement wordt geen reguliere toevoeging verleend.
Onder bijzondere omstandigheden kan een LAT worden verleend. In uitzonderlijke gevallen kan, indien blijkt dat juridische bijstand noodzakelijk is in verband met het bereiken van een dwangakkoord in rechte, ongeacht het aantal niet meewerkende schuldeisers één toevoeging worden verstrekt indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
  • een voorliggende voorziening zonder resultaat is benut én
  • er is sprake van een omvangrijke schuldenlast èn
  • door het aanbieden van het akkoord is er een reëel uitzicht op schuldsanering

Aantekening 11 *

Art. 28 Wrb Verbintenissenrecht: Aanvullende beleidsregels

Op grond van artikel 28 lid 1 sub c Wrb wordt geen rechtsbijstand op basis van toevoeging verleend indien de aanvraag betrekking heeft op een rechtsprobleem dat naar het oordeel van de raad eenvoudig afgehandeld kan worden. Ten aanzien van het verbintenissenrecht worden door de raad de volgende beleidsregels gehanteerd:

  1. Geen rechtsbijstand op basis van toevoeging wordt verleend indien de aanvraag betrekking heeft op:
    a. het opstellen van een overeenkomst;
    b. een verzoek tot vaststelling van de huurprijs door de huurcommissie (art. 20 lid 1 Huurprijzenwet);
    c. een aan de verhuurder te richten verzoek om medehuurderschap dan wel een verzoek tot woningruil;
    d. het bemiddelen bij het verkrijgen van woonruimte.
  2. In afwijking van het hiervoor bepaalde kan rechtsbijstand op basis van toevoeging worden verleend indien de bijzondere feitelijke of juridische complexiteit dat vereist

Aantekening 18 *

Art. 28 Wrb Het niet tijdig nemen van een besluit

Op grond van artikel 8 lid 1 sub b Brt wordt geen toevoeging verleend voor het aanvragen van uitkeringen en vergunningen. Deze bepaling heeft uitsluitend betrekking op de indiening van de aanvraag.

De bepaling ziet niet op de situatie waarin over de aanvraag een geschil is ontstaan. Indien bijvoorbeeld de aanvraag niet in behandeling wordt genomen, of indien de beslissing op de aanvraag binnen de daarvoor gestelde termijn uitblijft, kan er sprake zijn van een rechtsgeschil waarvoor wel wordt toegevoegd. Indien op grond van deze bijzondere omstandigheid een toevoeging wordt verleend, geldt deze tevens voor een eventueel daaropvolgende expliciete weigering van de aanvraag.

Aantekening 19 *

Art. 28 Wrb Belastingaangifte en ambtshalve aanslag

Op grond van artikel 8 lid 1 sub d Brt wordt geen rechtsbijstand op basis van toevoeging verleend voor het doen van belastingaangifte.

Een enkele keer komt het voor dat de belastingdienst een aanslag oplegt omdat niet tijdig aangifte is gedaan. Dat wordt een ambtshalve aanslag genoemd. Op grond van artikel 8 lid 1 sub b Brt wordt voor een bezwaarschrift tegen een dergelijke ambtshalve aanslag niet toegevoegd. Een dergelijk bezwaarschrift behelst namelijk niet anders dan het alsnog doen van de vereiste aangifte.

Voor het beroep in een dergelijke zaak kan, mits wordt voldaan aan alle overige eisen, wel een toevoeging worden verleend. In belastingzaken wordt geen toevoeging verleend indien de gronden van het bezwaar feitelijk zijn. Indien de gronden juridisch van aard zijn en te maken hebben met de toepassing of uitleg van rechtsregels wordt kan een toevoeging worden aangevraagd.

Om te kunnen beoordelen of de gronden juridisch dan wel feitelijk van aard zijn moeten deze worden aangetoond

Aantekening 20 *

Art. 28 Wrb Verzoek om terug te komen op een onherroepelijke beslissing

Voor een verzoek aan een bestuursorgaan om terug te komen op een onherroepelijke beslissing (een herzieningsverzoek) wordt geen toevoeging verstrekt (art. 8 sub j Brt), behoudens het geval dat sprake is van juridische of feitelijke complexiteit. Indien een toevoeging wordt afgegeven, geldt deze tevens voor de behandeling van een eventueel bezwaar tegen de afwijzing van het verzoek.

Aantekening 21 *

Art. 28 Wrb Bestuursrecht: Aanvullende regels

Geen rechtsbijstand op basis van toevoeging wordt verleend:
  • Indien de aanvraag betrekking heeft op de Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften.
  • Indien de aanvraag betrekking heeft op een beslissing van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat bevattende de beslissing dat rechtzoekende zich dient te onderwerpen aan een onderzoek naar de rijvaardigheid. In een dergelijk geval kan rechtzoekende, zoals ook in de betreffende beslissing wordt medegedeeld, een verzoek indienen om zich niet te hoeven onderwerpen aan een dergelijk onderzoek. Tevens bestaat de mogelijkheid dat rechtzoekende, nadat het onderzoek naar zijn rijvaardigheid heeft plaatsgevonden, een contra-expertise laat uitvoeren. Ook over de mogelijkheid daarvan wordt informatie ter beschikking gesteld door het Ministerie.
  • Indien de aanvraag betrekking heeft op het indienen van een aanvraag tot schadevergoeding bij het Waarborgfonds Motorrijtuigenverkeer of het Schadefonds Geweldsmisdrijven. In het geval men het niet eens is met de beslissing op de aanvraag kan beroep worden ingesteld bij het gerechtshof. Voor dat beroep kan eventueel worden toegevoegd.
Op grond van artikel 8 lid 2 Brt kan een toevoeging worden verleend, indien de bijzondere feitelijke of juridische ingewikkeldheid van het geval dat vereist.
Het niet spreken van de Nederlandse taal, het niet beschikken over juridische kennis of de (geestelijke) gezondheid van rechtzoekende maken niet dat er sprake is van bijzonder feitelijke of juridische ingewikkeldheid


Deel deze informatie
  • Delen op Whatsapp
  • Delen op LinkedIn
  • Delen op Twitter


Over de Raad voor Rechtsbijstand

Burgers moeten kunnen rekenen op passende ondersteuning en goede rechtsbijstand. Daar maakt de Raad voor Rechtsbijstand zich sterk voor via de organisatie en borging van gesubsidieerde mediation en rechtsbijstand, uitvoering van de Wet schuldsanering natuurlijke personen en de Wet beëdigde tolken en vertalers.

  • Meer over ons
  • Contact
  • Feedback geven over de site
  • Protocol Wet open overheid (Woo)
  • Toegankelijkheid
  • Privacy
  • Cookies
  • Proclaimer
  • Informatiebeveiliging

Volg ons op

Twitter
Youtube
LinkedIn